Het zuiden van Vietnam is – en ik hoop dat ik hiermee tegen niemand zijn schenen schop – eigenlijk een lelijk land. Ware het niet voor de super vriendelijke en gedienstige mensen, je moet er niet gaan voor de ongerepte natuur of de wilde dieren. Elk stukje land wordt bewerkt en overal zie je sporen van de mensen, of wat ze achterlaten: hopen plastiekzakken vol met huisvuil worden gedumpt langs de weg. Eigenaardig genoeg is de stad properder dan de boerebuiten dank zij een leger van vrouwelijke vegers die vanaf de late namiddag tot midden in de nacht de stoepen schoonvegen en het vuil in vuilniswagens laden. Vietnam heeft (nog) geen prioriteit gemaakt van natuurbehoud, dus is er weinig mogelijkheid tot wandelen in de natuur via aangelegde paden. Wel is het heerlijk rijden langs de smalle betonwegen op de buiten tussen de rijstvelden van dorpje naar dorpje.
Met de scooter zijn we dus naar Hoi An gereden, een klein kuststadje dat nog uit de middeleeuwen dateert en heel goed bewaard is. Helaas zijn we niet de enige toeristen die dit weten: omdat het Vietnamese nieuwjaar, Tet genaamd, in aantocht is kan je over de koppen lopen. Overal zie je bloemen en versieringen en de verlichte lampionnen waar Hoi An voor gekend is. Tet is duidelijk voor de mensen een heel belangrijk (en meestal de enige) 6-daagse vakantie, leve de tet 🙂
We zijn hier ook naar een waterpoppenspel geweest en dat was best leuk. De poppen worden onzichtbaar onder water aangestuurd en beelden grappige tafereeltjes uit, zoals de visser die door een vis wordt onder water meegesleurd.
Random gedachte 1: de waterbuffel is mijn favoriete dier hier: zachtaardig maar oersterk. En de kalfjes zijn heel lief, maar een beetje schuw. Ze blijven dicht bij de mama, die vrij rondloopt. In tegenstelling met de koeien die er graatmager uitzien, zit de waterbuffel stevig in het vlees. Elke avond met het vallen van de duisternis is het opletten geblazen: dan keren ze naar hun stal terug, ook langs de drukste banen. Het is niet ongewoon om op de ‘autostrade’ te moeten stoppen omdat er een groep waterbuffels oversteekt.
random 2: Vietnamezen houden enorm van verkleden, een beetje (veel) kitsch en versieren. In elk paleis of historisch museum kan je tegen betaling je in de kleren van keizers of mandarijnen hijsen, en zo rondlopen. Een sprookjes park als de Efteling moet hier het summum zijn, al zal dat voor de meesten mensen helaas buiten budget vallen. In Da Lat hebben we zo de “valley of love” bezocht. We wisten niet echt wat te verwachten, maar het bleek een groot betalend pretpark, waar de attrakties bestonden uit: pedalo’s als grote witte zwanen, je laten opsluiten in een levensgrote versie van een sneeuwbol (je weet wel, een plastieken bol met een landschap dat ondersneeuwt nadat je ermee schudt), waar je tussen de door ventilatoren rondgeblazen izomo-sneeuw kan laten fotograferen. Of een foto van jezelf op een western paard, vastgehouden door een vietnamese cowboy in volle uitrusting.
Random 3: bonsai is hier big business. Overal kom je de dwergboompjes tegen en met Tet hebben we al een aantal openbare wedstrijden gezien. Elk zichzelf respecterende toeristenattractie heeft minstens een subliem exemplaar van een dwergboom met een stam van enkele tientallen jaren oud, die zich rond een rots is gegroeid. Groot in ’t klein!
Random 4: er is geen muntgeld in Vietnam (noch in Myanmar), het kleinste biljet is 1000 dong, dat is ongeveer 3 eurocent. Het grootste courant biljet is 500.000 dong of 17 eur, maar dat heb je alleen nodig bij toeristische aangelegenheden 😉
Random 5: Bij het eten wordt alles gebracht als het klaar is, en dat is meestal zeer snel. Het is niet nuttig van een voorgerecht te bestellen, want je kan dat ook evengoed als laatste gerecht krijgen. Ook hebben we een aantal keer gehad dat het eten koud opgediend wordt, als het restaurant weet dat je komt. Hier steekt dat niet zo nauw. Als je de laatste hap van je bord gegeten hebt, is de kans groot dat ook je bord reeds verdwenen is. Vietnamezen zien niet graag lege borden op tafel. Ook is het verschil tussen zout en MSG op tafel niet altijd duidelijk.
Random 6: internet is hier werkelijk overal, elk hotel heeft min of meer degelijke wifi, maar wij kochten 18Gb data sim kaart, geldig voor een maand, voor 8 EUR. Bijna overal hadden we 3G of 4G dekking, enkel niet in het gebergte in het midden van Vietnam.
Random 7: Het vietnamees alfabet is gebaseerd op ons latijns schrift, maar met heel veel extra accenten (soms accenten op accenten). Het is leesbaar voor ons en heel handig om iets op te zoeken in google maps omdat je het kan intypen zonder accenten. Weinig Vietnamezen spreken Engels, en nog minder kunnen het zonder fouten schrijven.
Random 8: Google maps is werkelijk een wondermiddel om met de scooter in een vreemd land te reizen. Maar ook als het misloopt zijn daar nog steeds de Vietnamezen: Eens waren we verdwaald in de vele bruggen rond Hoi An (de oude weg was vervangen door een nieuwere) en een Vietnamees op de scooter reed ons voor tot we terug op de juiste weg zaten.
Random 9: de mensen apprecieren het enorm als je een paar woordjes Vietnamees kent. Zo is ‘sien tjaaw’ hallo, ‘chuck moeng nam moj’ gelukkig nieuwjaar, en ‘cam on’ danku. Apropos, wij zijn van bi, dat is Belgie in het Vietnamees.
Varia uitsmijters:
Hoi An dakwerker: