Noord Vietnam is qua natuur gans anders dan midden en zuid Vietnam. Tip: reis altijd van zuid naar noord, dan wordt het altijd mooier.
In Hoi An hebben we een paar zij uitstappen gemaakt met de scooter, naar de marmeren rots bij Da Nang (soso) en zijn drakenbrug (leuk), en naar de oude tempels van Nin Bin (super: doet denken aan Ankor Wat in het klein).
Daarna zijn we per trein noordwaarts gereisd naar Hue. Daar hebben we met de scooter de graven van drie keizers bezocht, en ook de oude stadsvesten. Zeer mooi allemaal, Hue was dan ook de hoofdstad van Vietnam in een middeleeuws verleden.
We hebben ook het Nationaal park van Bach Ma bezocht, een natuurgebied op een bergtop waar in de tijden van Indo-chine nog een frans-vietnamese colonie was. Helaas strooiden de Japanners in 1945 roet in het eten, en werd alles hals over kop achtergelaten. De natuur eiste terug haar plaats op en gaf ons een hele mooie wandeling. Een van de weinige NP in midden Vietnam waar je zonder gids kunt wandelen langs bewegwijzerde paden.
Na Hue namen we de helft van een toeristische tourbus (geen terugreis) voor de 4 uur durende rit (210 km) naar Phong Nha, waar we twee reuze grotten hebben bezocht. De volgende dag per scooter het Cuc Phuong natuurpark bezocht waar de Frankfurt Zoological Society een onderzoekscentrum voor apen en schildpadden mee beheert. We kregen een rondleiding tussen de apen, en waren onder de indruk van de lemuren met hun lange staart. Ook de grotten mochten er zijn, want ik heb nog nooit zulke indrukwekkende kalkformaties gezien.
Hierna stond Ninh Binh op het programma met het nabijgelegen Tam Coc, een mooi Karsten gebergte landschap. Dit wordt ook de Halong Bay van het vasteland genoemd, vanwege het gelijkaardige uitzicht minus de zee. Alhoewel de trekpleisters zeer toeristisch zijn, hebben we met een scooter vele leuke plaatsjes gevonden ver weg van alle volk. Leve google Maps, want we hebben echt in de middle of nowhere gezeten.
Hanoi ligt maar een tweetal uur rijden noordelijker van Ninh Binh. Met een minibusje sukkelden we aan de maximumsnelheid van 70 km/uur over de autostrade. Hier zie je dat de Vietnamese manier van kris-kras rijden niet meer werkt, en files in de hand werkt.
Hanoi, de hoofdstad en tweede grootste stad van Vietnam, is toch relatief rustig in vergelijking met zijn tegenhanger in het zuiden, Ho Chi Minh (Saigon). Veel te zien en we zijn er dan ook 4 dagen geweest, inclusief een daguitstap naar Halong Bay.
Hou jullie vast: ik vond Halong Bay maar niets. Een lange busrit, mistig (smog?) en heet weer en toeristen met de vleet. Misschien zijn we als boatpeople de zee wat te gewoon, of kwam het omdat we de Karsten rotsformaties net bezocht hadden in Ninh Binh/ Tam Coc.
Ondertussen was het koude weer in het noorden van Vietnam, de Lao Cai provincie, omgeruild voor warm lenteweer. We vertrokken met de dagbus en kwamen op de middag aan in Sa Pa. Met de Sa Pa Sisters deden we een tweedaagse trekking in de vallei, met een overnachting bij lokale mensen. Dat viel redelijk goed mee: onze lokale gids sprak goed Engels, de natuur was mooi en heel veel mensen liepen rond in traditionele kledij. De overnachting was ook leuk, lekker eten en een leuke internationale groep van medereizigers. Wij waren wel de oudste van de bende, iets wat wel meer voorvalt 🙂
Toch had ik wat last met het verlies van controle, dus de volgende dag huurden we een scooter voor drie dagen. Het plan was om naar de zondags markt van Bac Ha te gaan. Tip voor mensen die dit ook willen doen: bij huur scooter niet zeggen dat je dit gaat doen want dan willen ze niet meer verhuren, je zegt dat je lokaal wat gaat rondtoeren. We kregen een bijna nieuwe semi automatische Honda 125 cc (niet nodig te ontkoppelen), en de zondag morgen rond 8:00 waren we op weg, na een zeer druk vertrek (denk aan een alpijns bergdorp met de weekendwisseling van skiërs). Noot: voor mensen die het niet zien zitten om zelf met de scooter rond te rijden zijn er vele lokale busjes die het traject Sa Pa -> Lao Cai -> Bac Ha (en terug) doen.
Na de lange afdaling (32km) van Sapa naar Lao Cai, volgde een mooie rustige weg die langs de Chinese grens slingert tot aan het bergdorp Bac Ha. We waren om 11:30 op de markt, en genoten van de grote drukte die eigen is aan een markt waar vanalles wordt verkocht voor de mensen van de streek. Ook was er genoeg keuze aan souveniers voor de toeristen. Maar die laatsten vertrokken allemaal om 14:00 uur, en we bleven alleen achter, joepie! Ilse had een heel leuk homestay gevonden, op 2 km van het centrum: Cho’s Family homestay. Cho heeft ons goed verwend met een lekker avondeten en ditto ontbijt. In de namiddag hebben we een mooie wandeling gemaakt in de bergen, en de volgende dag nam Cho ons mee op een lange, lastige maar zeer originele tocht in de nabije dorpen en velden. Als je het mij vraagt is deze streek mooier dan Sa Pa, want nog ongerept. De mensen lopen ook rond in traditionele klederdracht, maar doen dit niet voor de toeristen (die zijn er immers niet). Ik kan dit alleen maar aanraden aan SaPa reizigers: 1 dag in Sapa stad, en de rest in Bac Ha spenderen, je zal het je niet beklagen.