February 11th, 2016 the sail to Puerto Perme did not start out very good as the winds were blowing from the north, on the nose and the sea was confused…We had to tack into the wind and this proved to be more difficult than expected. We did not manage to move forward so that the coast guard from Sapzurro came to make sure we were not in trouble. We reassured them that we were OK and confirmed we were sailing to Panama over the radio. Once we were out of the zone with the confused seas we were fine although the waves were still high and the skies were grey. After 6 hours of sailing we were happy to arrive at Puerto Perme with a bit of blue skies. There was a Columbian supply boat already there and they were all amazed we arrived with this “mal tiempo”. We did not think it was that bad, but nevertheless were happy to anchor safely in the bay.
The Guna Yala is an indigenous province in northeast Panama and is home to the Gunas (Indians). The capital of the province is Porvenir. An archipelago of 365 islands is around the coast, of which 36 are inhabited. They say, an island for each day of the year.
I really enjoyed the Guna Yala although I missed the blue skies from Colombia. It was very difficult to take pictures from the women in traditional dress as mostly they do not want you to take any pictures. Some will ask 5 USD to have their picture taken. I wonder if the Guna Indians will be able to keep to their strict traditions with more and more tourists visiting these villages. It is such a fine balance to profit from the tourist money but also to keep the youth interested in this remote life. The sailing was not always easy but we learned a lot about navigation through reefs which will help in French Polynesia.
We visited the following villages : Anchucunda, Carreto, Suledup, Mulatupu, Ustupu, Bahia de Gollondria (Alligandi), Niad, Isla Tigre, Tiadup, Hollandes Cays, Corgidup and Isla Porvenir. Next stop is Portobelo.
In het begin hadden we de wind wat tegen, hij kwam pal uit het noorden, de kant waar we ook naar toe moesten. Maar naarmate we vorderden langs de Panamese kust, verschoof onze richting naar NW, en verschoof de wind naar NE. Deze twee samen maakten dat we gemakkelijker vooruit kwamen, maar toch bleef het moeilijk en spannend omdat we tussen de kust en de buitenliggende rif vaarden. Als er iets mis zou gaan, dan konden we niet naar het oosten (rif), naar het westen (kust), maar enkel naar het noorden (op motor) of naar het zuiden.
Gelukkig hadden we een heel goede papieren reisgids (Eric Bauhaus) met kaarten die we ook in electronische vorm hadden en konden inlezen op ons PC en Mac navigatieprogramma OpenCPN. Gelukkig maar, want volgens onze ingebouwde Raymarine kaartplotter hebben we af en toe een redelijk stukje over het land gevaren. Het is dan ook geweten dat de kaarten van dit gebied totaal onbetrouwbaar zijn, behalve Eric’s dan, die meestal op de meter na juist zijn (toch twee keer een foutje gevonden, uitkijken blijft de boodschap.)
Zoals reeds vermeld ging het uitzicht van de zuidelijke eilanden met Noordzee waterkleur over naar noordelijker uitzichten die in National Geographic rapportages gestaan hebben.
In een van de dorpen leerden we ook een Canadees paar kennen, Bill en Cathy, waar we enkele dagen mee zijn opgetrokken.