Wat gaat de tijd snel als je veel te doen hebt.
De eerste nacht op het water heb ik om een of de andere reden niet goed geslapen, en ik was wakker met de eerste zon, rond 6:00 uur.
Een van de eerste projecten was de watermaker, Hugeau, uit zijn winterslaap halen. Eerst spartelde hij tegen met foutmeldingen van geen aanvoer, maar na het openen van zijn waterinvoer (die verstopt zat achter de andere, en die ik over het hoofd gezien had) dronk hij met volle teugen en produceerde aan de andere kant van het zuiverste water dat je je maar kan toewensen.
Ook de wasmachine, Marcella (naar de kuisvrouw die bij ons thuis hielp toen ik nog een snotneus was), hebben we met succes een plaatsje gegeven in de kast. Ze paste als gegoten, en mag eruit komen om haar werk te doen. Via een aansluiting aan de kraan van de badkamer lavabo, en een afvoer in de wasbak is het leuk om haar haar werk te zien doen. Ik denk dat we nog veel plezier aan haar zullen beleven. Haier HLP21N
Verder hebben we nog alles op de boot een plaatsje gegeven. Dat was meer werk dan je denkt, want de vorige eigenaars, Steve en Tracy hebben voor een volledige uitrusting gezorgd. Een klein voorbeeldje dat het wel typeert: we hebben een handpers voor citroen, appelsien, knoflook en nog een tussenmaatje waar we niet van weten waarvoor het zou kunnen dienen.
Zaterdag zijn we nog met de publieke busjes naar Grenville geweest, en hebben we voor het eerst inkopen gedaan die we zelf kunnen klaarmaken, zoals vis (tonijn en Red Snapper) naast enkele basis ingredienten zoals meel, melk enz.
Maandag morgen hebben we de boot gedoopt met een ceremonie uitgevoerd door Ilse. Met de duurste champagne die we hadden kunnen vinden in Grenville tijdens ons schoppen daar (6oEC$) [ Sorry Karel en Katie, we waren jullie doopfles vergeten in Belgie ] hebben we de goden om bijstand gevraagd. Nu is de boot officieel boven en onder het water geregistreerd bij de bevoegde autoriteiten.
Voor we het weten waren twee dagen voorbij, en begon het er allemaal een beetje deftig uit te zien. We begonnen zowaar uit te kijken naar iets anders.
Daarom zijn we maandagnamiddag vertrokken naar een paar baaitjes meer naar het zuiden, Prickly bay, ook genaamd L’Anse aux Epines. Het verlaten van de meerboei verliep vlot, de motoren sloegen vlot aan, en voor we het wisten waren we vertrokken.
Het was een korte reis op motoren (het zeilen zal nog even moeten wachten tot we de boot wat beter leren kennen, niet alles tegelijk) waarbij we enkel verrast waren door een klein maar gevaarlijk rif voor de ingang van Prickly Bay. Poseidon moet blij geweest zijn met het offer, want hij bracht ons op voorhand op de hoogte van het gevaar. Het ankeren in de baai was een oefening in haven maneuvers waar ik ooit eens een weekend cursus voor gevolgd heb in Oostende. Laverend tussen de naar schatting 50 boten die reeds voor anker lagen hebben we ons eigen stekje uitgekozen, op 7 meter diepte. Met een ketting uit van 25 m met daaraan onze kolos was ik er redelijk gerust in dat we zouden blijven liggen. De motoren konden ons met beide op volle kracht achteruit in elk geval niet bewegen.