Categorie archieven: nederlands

8 maart 2018 Myanmar: Yangon Kyaik-Hti-Yo (golden rock) Mawlamyine

Na een korte vlucht van Saigon kwamen we aan op de luchthaven van Yangon. First things first: lokale munt (Kyat MMK spreek uit chjat) afhalen aan de ATM. Geloof de reisgidsen niet die zeggen dat je veel dollars moet meebrengen. Overal zijn ATMs en hoewel we wat dollars meebrachten, hebben we er geen enkele uitgegeven. Alles kan je betalen in Kyats. Tweede ding was een sim kaart kopen. We kochten 18 Gb data en 40 min bellen bij Oredoo voor omgerekend 13€. (Overal in het land 3G, meestal 4G). Het free WiFi in hotels kan traag zijn, maar wij hadden altijd snel internet. Na 4 maand overal goedkoop internet zullen we dat serieus missen op de boot!

Derde ding todo op de luchthaven: Grab app downloaden (de lokale Uber), ons nieuw telefoonnummer registreren en een taxi oproepen. Ongeveer de helft van de prijs van de gewone taxi’s, en geen gezeur over fooien en betalen. Tip: wandel met je gerief naar een straathoek waar weinig mensen staan, en roep daar je Grab. Zo is het veel eenvoudiger voor de taxi om jou te vinden.

We hebben drie dagen gespendeerd in Yangon, maar eigenlijk is er slechts een ding die je nergens anders in Myanmar vindt: de Shwedagonpagode, de grootste en heiligste pagode van heel Myanmar.


Even een poepje laten ruiken bij de leeuw aan de ingang (het Gouden Gat)


lokale hulp bij het aanpassen van de longyi, anders mag Ilse niet binnen

Na Yangon hebben we de trein gepakt naar golden rock Kyaik-Hti-Yo. Wat een belevenis! Over de koloniaal aangelegde sporen rijden drie treinen per dag naar onze bestemming. We kozen de dagtrein en kochten een upper class ticket, wat een gereserveerde stoel inhoudt. Het was wat zoeken om het reservatie loket te vinden (Hier geen e-loket: alles wordt nog op papier bijgehouden door de stationschef), maar de mensen zijn super vriendelijk en behulpzaam. Het werd een reis terug in de tijd: een koloniale wagon met alle vensters en deuren open die tegen max 50 km/uur door het idyllische landschap tuft. Op de weinige stops komen de ambulante verkoopsters aan boord en kun je al de lokale snacks uitproberen. Soms rijdt de trein stapvoets als hij langs onderhoudswerken passeert.

Na 5 uur relax schudden en wiegen waren we bijna op onze bestemming. Nog een lokale rit met de mensenvrachtwagen, en we waren in het gouden rots-dorp Kinmon. De Gouden rots ligt nog zo een 10 km bergop, maar er is een wel uitgebouwde navette naar de top: met 40 personen in een vrachtwagen die naar boven vliegt, de haarspeldbochten één voor één doorscheurt en ons 30 min later afzet, samen met honderden andere Burmaanse pelgrims. Wel onderweg twee keer gestopt: een keer om iedereen de kans te geven om een drankje te kopen (enkel de chauffeur kreeg zijn drankje, iedereen bleef zitten) en nog eens om twee mensen af te zetten bij de eerste kabelbaan van Myanmar. Dan moet je nog een wandelingetje maken langs een straatje afgezoomd met kraampjes die elke religieuze of culinaire wens in vervulling kunnen laten gaan. Wel zonder schoenen natuurlijk, want in een klooster of religieus gebouw moet je op blote voeten en met bedekte benen en schouders rondlopen (petje geen bezwaar), ook nog een kleine toeristenbelasting betaald van 6€.


Golden rock, een gelovige brengt nog wat bladgoud aan

Overal families. En ja, dat zijn offerblokken voor de monniken met echt geld in. Het is zelfs geen gewapend glas, want niemand steelt hier, en zeker al niet van Boeddha!

Met de toeristen- en pelgrimsvrachtwagen de berg op. Al goed dat het niet te lang duurde, want …

… vergeleken met dit heeft Ryanair riante beenruimte

Gelukkig wordt het bladgoud aan de goed kant geplakt, kwestie van het evenwicht niet te verstoren

De rots was spectaculaIr. Volledig in het goud geverfd, en daarna grotendeels met bladgoud overplakt door de gelovigen. Ook ik heb dat eens geprobeerd, maar dat bladgoud is zooo dun, dat het meeste aan mijn vingers kleefde of aan mijn kleren, en slechts een microgram aan de rots… A propos, dat was een mannenaangelegenheid, want vrouwen mogen niet aan de rots zelf komen. De laatste camion naar beneden was om 18:00 uur, en toch zagen we nog honderden pelgrims naar boven komen, om de nacht op de rots door te brengen (verboden voor toeristen). Een hele leuke belevenis.

De volgende dag trokken we verder met de trein voor nog een dagrit naar Mawlamyine, zo een 5 uur verder (150 km). Weerom een prachtdag, met uitzicht op weidse dorre steppen, eenzame dorpen in de vlakte, heuvels met gouden stupa’s en onderweg treinavontuur: stationnetjes, onderhoudswerkzaamheden, kinderen die hoopvol op een presentje meelopen met de trein, zwaaien naar mensen die voor de overweg staan, en ook hopen vuilnis aan de rand van elk dorp. Maar dat is iets waar we ondertussen stilaan gewoon aan geraken.

In het vroegere Moulmein, nu Mawlamyine zijn we een drietal dagen gebleven. We huurden een scooter en bezochten er de lokale bezienswaardigheden. Voor mij was de liggende boeddha een topper! 200 m lang, 40 meter hoog in 5 verdiepen.

Je kan hem al van ver zien liggen, deze world guiness boek Boeddha. Een monnik haalde het in zijn hoofd om de grootste liggende budha ter wereld te maken, en de gelovigen steunden hem hierin. Na een maand Myanmar kan ik gerust zeggen dat de boeddhistische monniken het grootste bouwbedrijf van Myanmar moeten zijn. Overal, werkelijk overal rijzen er pagodes of boeddha’s op. De mensen geven naast offer eten ook veel geld aan boeddha omdat ze geloven in een beter volgend leven. Heel origineel, bij de liggende boeddha was er geen entreegeld, maar je kon wel een donatie doen in bouwmateriaal: ik kocht 4 tegels en legde die neer bij het altaar.

Alhoewel de 200 m lange boeddha nog niet af is, zijn ze toch al bezig met de fundamenten voor een overbuur van 250m lang. Terug bij onze eerste boeddha: het is een heel bizar schouwspel binnenin. In de halfduistere betonnen gangen loop je blootsvoets door een opeenvolging van boeddhistische taferelen. Zeer aanschouwelijk wordt het leven van prins Siddharta uitgebeeld in een 50tal scenes. De beschilderingen zijn gedetailleerd en mooi, maar overal is een dikke laag stof. Zowel hele families als verliefde paartjes lopen door de gangen. De kleinsten gapen naar de wel heel realistische uitbeeldingen van de hel. Toch is het werk niet af: naarmate je naar hogere verdiepingen klimt kom je meer en meer onafgewerkte beelden tegen. Ook is het nooit duidelijk of een trap naar een doodlopende gang leidt, of net naar de uitgang gaat. Eigenlijk wel spannend.


De liggende Boeddha in al zijn glorie

Zijn overbuur, de andere boeddha in aanbouw. Is me dunkt al aan renovatie toe.

Wij kochten bij de ingang 4 ceramic sheet for holy robe (1,2€) als donatie

De boeddhistische hel, deel 1: trollen steken met spiezen door de stoute mensen

Deel 2: Chop Chop. A propos, dit is de enige keer dat ik een beeld met blotenborsten in Myanmar ben tegengekomen

zo ziet het vagevuur er wellicht uit

Naarmate je wat hoger gaat kom je soms stukken tegen die niet geheel afgewerkt zijn.

Dit tafereeltje moet nog geschilderd worden

De vingertoppen van boeddha zitten nog in de bamboe stelling

Grappig, een bouwwerf waar het verboden is om met schoenen in rond te lopen.

Zou het langs hier zijn?

Na het memorabel bezoek aan de boeddha zijn we ook nog op zoek gegaan naar een rij van tientallen standbeelden van monnikken. In onze excellente Trotter gids stond er een foto van een monnikbeeld  midden in de begroeiing. Het heeft wat moeite gekost, maar we hebben ze gevonden. Boven op een nabijgelegen heuvel stond een staande boeddha, en drie stupa’s. En vandaar kon ik een rij van beelden zien, niet te ver weg, maar wel midden zeer hoge en dichte begroeiing. Er was geen pad, maar waar een wil is is een weg, en dat hebben we gevolgd! Ik denk niet dat dit een drukbezochte plek is…


Volgens de trotter gids staat hier een wegwijzer… Zie je hem? (Hint: groot uitgevallen)

Op zoek naar de monniken beelden in het struikgewas, gelukkig geen slangen.

Gevonden!

Zo stonden er tientallen, maar we hebben er maar 4 bezocht.

maart 2018 Midden en Noord Vietnam

Noord Vietnam is qua natuur gans anders dan midden en zuid Vietnam. Tip: reis altijd van zuid naar noord, dan wordt het altijd mooier.

In Hoi An hebben we een paar zij uitstappen gemaakt met de scooter, naar de marmeren rots bij Da Nang (soso) en zijn drakenbrug (leuk), en naar de oude tempels van Nin Bin (super: doet denken aan Ankor Wat in het klein).


Begraafplaatsen zijn het summum van contrasten: naast een verwaarloosd perceel staat plots een mini pagode. Ook liggen er graven ten midden van de rijstperselen. Zo houden de overledenen de slechte geesten weg van de oogst.

Er was niemand in de omgeving, dus ik heb de lijkwagen even buiten gehaald.

Daarna zijn we per trein noordwaarts gereisd naar Hue. Daar hebben we met de scooter de graven van drie keizers bezocht, en ook de oude stadsvesten. Zeer mooi allemaal, Hue was dan ook de hoofdstad van Vietnam in een middeleeuws verleden.
We hebben ook het Nationaal park van Bach Ma bezocht, een natuurgebied op een bergtop waar in de tijden van Indo-chine nog een frans-vietnamese colonie was. Helaas strooiden de Japanners in 1945 roet in het eten, en werd alles hals over kop achtergelaten. De natuur eiste terug haar plaats op en gaf ons een hele mooie wandeling. Een van de weinige NP in midden Vietnam waar je zonder gids kunt wandelen langs bewegwijzerde paden.


Hue Citadel: Niets dan het beste voor Boudha. Wijn, chocolade, thee, en een vrucht die van ver op bananen lijkt.

Er wordt serieus gebouwd in Vietnam, en de tempels blijven niet achter. Met al het donatiegeld wordt er continue ver- en bijgebouwd.

Na Hue namen we de helft van een toeristische tourbus (geen terugreis) voor de 4 uur durende rit (210 km) naar Phong Nha, waar we twee reuze grotten hebben bezocht. De volgende dag per scooter het Cuc Phuong natuurpark bezocht waar de Frankfurt Zoological Society een onderzoekscentrum voor apen en schildpadden mee beheert. We kregen een rondleiding tussen de apen, en waren onder de indruk van de lemuren met hun lange staart.  Ook de grotten mochten er zijn, want ik heb nog nooit zulke indrukwekkende kalkformaties gezien.


Paradise Cave: We hebben in de streek van Phong Nha ongelofelijke grotten gezien. Niet bezocht, maar wel in de streek ligt de grootste grot van de wereld, enkel te bezoeken per 5-daagse excursie. Maar wij waren ook al sterk onder de indruk van de 2 grotwandelingen die we gedaan hebben. Wat een (stalag)tiet!

Phong Nha cave: een stalagmiet om U tegen te zeggen

Phong Nha cave: het liep er vol met Vietnamezen, maar ik kon toch eens afdrukken met alleen Ilse in beeld

Hierna stond Ninh Binh op het programma met het nabijgelegen Tam Coc, een mooi Karsten gebergte landschap. Dit wordt ook de Halong Bay van het vasteland genoemd, vanwege het gelijkaardige uitzicht minus de zee. Alhoewel de trekpleisters zeer toeristisch zijn, hebben we met een scooter  vele leuke plaatsjes gevonden ver weg van alle volk. Leve google Maps, want we hebben echt in de middle of nowhere gezeten.


Ninh Binh karst rotsen stilleven. Lag op een moeilijk te vinden weggetje naast een super drukke tempel, maar vietnamezen klimmen en wandelen niet graag, dus het was verlaten.

Van Long nature reserve stilleven, dichtbij Ninh Binh. Even later hebben we er leven in gebracht.

Leven in de brouwerij: we laten ons roeien.

In Ninh Binh kwamen we een tempel tegen waar een ceremony aan de gang was. De binnenkoer stond vol met papieren paarden, olifanten en een boot. Ze gaan wel de vuurdood tegemoet, maar we zijn niet blijven rondhangen voor zoveel geweld.

Hanoi ligt maar een tweetal uur rijden noordelijker van Ninh Binh. Met een minibusje sukkelden we aan de maximumsnelheid van 70 km/uur over de autostrade. Hier zie je dat de Vietnamese manier van kris-kras rijden niet meer werkt, en files in de hand werkt.

Hanoi, de hoofdstad en tweede grootste stad van Vietnam, is toch relatief rustig in vergelijking met zijn tegenhanger in het zuiden, Ho Chi Minh (Saigon). Veel te zien en we zijn er dan ook 4 dagen geweest, inclusief een daguitstap naar Halong Bay.

Hou jullie vast: ik vond Halong Bay maar niets. Een lange busrit, mistig (smog?) en heet weer en toeristen met de vleet. Misschien zijn we als boatpeople de zee wat te gewoon, of kwam het omdat we de Karsten rotsformaties net bezocht hadden in Ninh Binh/ Tam Coc.

Ondertussen was het koude weer in het noorden van Vietnam, de Lao Cai provincie, omgeruild voor warm lenteweer. We vertrokken met de dagbus en kwamen op de middag aan in Sa Pa. Met de Sa Pa Sisters deden we een tweedaagse trekking in de vallei, met een overnachting bij lokale mensen. Dat viel redelijk goed mee: onze lokale gids sprak goed Engels, de natuur was mooi en heel veel mensen liepen rond in traditionele kledij. De overnachting was ook leuk, lekker eten en een leuke internationale groep van medereizigers. Wij waren wel de oudste van de bende, iets wat wel meer voorvalt 🙂

Toch had ik wat last met het verlies van controle, dus de volgende dag huurden we een scooter voor drie dagen. Het plan was om naar de zondags markt van Bac Ha te gaan. Tip voor mensen die dit ook willen doen: bij huur scooter niet zeggen dat je dit gaat doen want dan willen ze niet meer verhuren, je zegt dat je lokaal wat gaat rondtoeren. We kregen een bijna nieuwe semi automatische Honda 125 cc (niet nodig te ontkoppelen), en de zondag morgen rond 8:00 waren we op weg, na een zeer druk vertrek (denk aan een alpijns bergdorp met de  weekendwisseling van skiërs). Noot: voor mensen die het niet zien zitten om zelf met de scooter rond te rijden zijn er vele lokale busjes die het traject Sa Pa -> Lao Cai -> Bac Ha (en terug) doen.


De kinderen moeten lange uren kloppen om de toeristen aan hun trekken te laten komen…

Na de lange afdaling (32km) van Sapa naar Lao Cai, volgde een mooie rustige weg die langs de Chinese grens slingert tot aan het bergdorp Bac Ha. We waren om 11:30 op de markt, en genoten van de grote drukte die eigen is aan een markt waar vanalles wordt verkocht voor de mensen van de streek. Ook was er genoeg keuze aan souveniers voor de toeristen. Maar die laatsten vertrokken allemaal om 14:00 uur, en we bleven alleen achter, joepie! Ilse had een heel leuk homestay gevonden, op 2 km van het centrum: Cho’s Family homestay.  Cho heeft ons goed verwend met een lekker avondeten en ditto ontbijt. In de namiddag hebben we een mooie wandeling gemaakt in de bergen, en de volgende dag nam Cho ons mee op een lange, lastige maar zeer originele tocht in de nabije dorpen en velden. Als je het mij vraagt is deze streek mooier dan Sa Pa, want nog ongerept. De mensen lopen ook rond in traditionele klederdracht, maar doen dit niet voor de toeristen (die zijn er immers niet). Ik kan dit alleen maar aanraden aan SaPa reizigers: 1 dag in Sapa stad, en de rest in Bac Ha spenderen, je zal het je niet beklagen.


Bac Ha (50 km van Sa Pa). Beter dan Sapa!! Een vallei die nog niet door de toeristen ontdekt is, en zeker zo mooi is. We wandelden er alleen met onze gids langs de lokale dorpen. Indrukwekkend.

De vallei rond Bac Ha. De rijstvelden liggen er bruin bij op het einde van het winter seizoen, maar gelukkig stonden er ook veel bloemen.

 


Vietnamezen houden enorm van ballons. Je ziet de verkopers overal in Hanoi.

Postuum moet Herge nog wat albums over Vietnam hebben uitgebracht…

In stops waar de tourbussen hun passagiers een half uurtje laten rondlopen, zie je de naaimeisjes die een bijna foto realistisch kunstwerkje maken. Een formaat van 50 op 60 cm kan een maand werk vergen (en kost ongeveer 500 EUR)

Elk is bezig aan zijn werkje, de afgewerkte hangen aan de muur of liggen op de tafels op een koper te wachten.

Hanoi: jammer maar we zijn al weg…

Highlands Coffee in Hanoi: De Vietnamese Starbucks, en erg lekker. Een capucino kost 50000 (1,7EUR) dus niet voor elke Vietnamese beurs.

Hanoi: veel bikes, en als voetganger is het soms zoeken naar een doorgang om een restaurant of winkel binnen te gaan,. Of om gewoon de straat door te lopen.

Boudhistische les. Er stonden wel rare regels in. ik hoop voor onze blog volgers dat wij geen ordinary people zijn.

If you waste time for travels… You will suffer from a disease that causes your inability to move. Auw, die komt hard aan!

Uitsmijter: alle bussen en vrachtauto’s hebben hun nummerplaat op de achter en zijkant geschilderd in grote letters.