Categorie archieven: foto

22 februari Initiële Beschouwingen over Nieuw Zeeland

Een goede drie weken na mijn eerste kennismaking met NZ ben ik klaar om een eerste terugblik op het land, zijn inwoners en zijn gewoonten.

De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam, maar ik moet opmerken dat ik dit reeds voor vele landen die we bezochten heb gezegd. Ligt het aan het warm klimaat, of merk ik dit gewoon meer op dan in België? Ik denk toch dat het aan de mensen ligt, ze verwelkomen je gelijk waar met een groet en een vraag hoe het gaat en of ze kunnen helpen. En “no worries” sluit meestal elke conversatie af. Toch mooi he, zonder zorgen de wereld in worden gestuurd?

De natuur is mooi en heel verschillend van wat we gewoon zijn in Europa: de bossen zijn veelal tropisch regenwoud, wat voor een soort voorhistorische plantengroei zorgt met metershoge varens en enorme woudreuzen (kauri). Toch is de houtindustrie alomtegenwoordig: de helft van de vrachtwagens op de landelijke wegen vervoeren gevelde boomstammen en overal zie je gerooide dennenbossen die terug aangeplant zijn met jonge boompjes. Er schiet nog zowat 20% over van de bossen die het eiland heel lang terug (pre 1800) volledig bedekten en door de ingeweken Europeanen werden geveld om plaats te maken voor weiland en akkers. Toch is dit nog een heel groen land, met veel regionale en nationale parken.

Er wordt heel veel geld in toerisme gestoken hier. De parken hebben allemaal zeer goed bewegwijzerde paden, die regelmatig onderhouden worden. Om de eeuwenoude kauri reuzebomen te beschermen tegen een oprukkende schimmel, staan aan het begin en het einde, en veelal ook midden in het bos een stand om je schoenen te ontdoen van modder, en in te spuiten met een ontsmettend middel. Op de drukke paden staan zelf vrijwilligers die deze ontsmettingsposten bemannen en je helpen om te ontsmetten. Dit project moet heel veel geld kosten, maar dient om het land en zijn fauna te bewaren voor volgende generaties. Ook vind je heel veel openbare toiletten langs de wegen, in de steden of langs de wandelpaden in het midden van het bos.

Je kan op twee manieren kamperen: in privé of officiële kampeerplaatsen die variërend zijn uitgerust met toiletten, douches, keuken, wasplaats en wifi. Of je kan overal wild kamperen tenzij het expliciet verboden is. Dan moet je echter over een “self contained” campervan beschikken: je moet kunnen 3 dagen op een plaats blijven zonder iets nodig te hebben of iets achter te laten in de natuur. Dit vereist aldus voor twee personen: een toilet/porta potti, 24 l vers water, opvang voor al het vuil water, een wasbak met stromend water en een vuilbak met deksel.

Hierover wil ik wel een beetje uitweiden: onze Burnie was niet self contained, maar hij leek er dichtbij. We hadden genoeg vers water, een wasbak en een porta potti. We kochten in het begin een vuilbak dus was het enkel nog het grijs water dat moest opgevangen worden in plaats van het door een gat in de vloer op de ondergrond te laten lopen. Ik las de informatie op de website van de NZ camper association, en het leek allemaal redelijk simpel. Dus ben ik naar de Miter10 getrokken om het nodige materiaal te kopen: afvoer flexibel van 25 mm doormeter en 3 meter lang, een afsluitkraan, een plastieken container van 25 liter, een ventialtiebuis van 15 mm. De afvoer moet met een N boog gebeuren om een reukstop te vormen, en indien de wateropvang kleiner is dan de vers water hoeveelheid moet er een monitoring zijn. Dit heb ik gemaakt door de verluchting van de grijswater tank omhoog te laten lopen tot deze boven het wasbakje, zodat dit niet meer wegloopt als de opvang container vol is. Ook moet de porta potti op elk moment bruikbaar zijn (op dit moment nog geen wet, maar binnenkort wel) en genoeg elleboogruimte hebben voor het gebruik. Onze Burnie heeft genoeg plaats, maar de vele minivans (vb Renault Espace) die nu nog gecertifiëerd zijn, zullen in de toekomst niet meer ge(her)certifieerd kunnen worden want als het bed is opgemaakt is er geen plaats meer voor de porta-potti.  De bijkomende verkoopstroef van een self contained van, en het voordeel om overal te kunnen kamperen zorgden ervoor dat ik in Wellington een inspectie aanvroeg bij een inspecteur. De initiële inspectie moet gedaan worden  door twee inspecteurs die hiervoor geen geld ontvangen, en het betalen van 55 NZD voor de kampeerassociatie. Helaas plattekaas, het is njet geworden: de zeer vriendelijke heren waren streng maar rechtvaardig. In tegenstelling tot de installatie getoond op het filmpje van ZigZag – duitse vrienden van Polynesie – liep het allesbehalve van een leien dakje. Het hangt duidelijk af wie de inspecteurs zijn en hoe streng ze zijn. Mijn inspecteurs maakten de volgende – terechte – opmerkingen: er is een darm met douchekop vroeger geinstalleerd geweest en nog steeds aanwezig, maar geen voorziening om het water op te vangen. De aanvoerleidingen zijn uitgevoerd in tuinslang, dit moet niet doorzichtige darm van levensmiddelen kwaliteit zijn, de afvoerleiding is wel 25mm, maar niet uitgevoerd in verstevigd plastiek, de afsluitkraan was bedienbaar van binnen in de auto, dit moet enkel van buitenaf kunnen. Er moet een afsluitdop op de afvoerdarm zitten om eventuele restanten van lekkend grijs water tegen te houden. Dit alles zorgde ervoor dat mijn investering van ongeveer 300 NZD niets opgeleverd heeft.

Mijn ontgoocheling was zo groot dat ik het project opgaf, maar nu er enkele dagen over gegaan zijn keert de goesting terug om het mischien nog eens te proberen. Ik ben er immers zo dicht bij… nog één bezoekje aan Miter10…

Nog enkele lossen bedenkingen die me te binnen schieten:

  • in elk openbaar toilet is er wc papier aanwezig en zeep in de zeephouder! Overal hangen er in de wc’s posters die je vragen om je handen te wassen.
  • de openbare bibiotheken zijn 6 of 7 dagen per week open en bieden gratis electriciteit en internet. Meestal is er ook een cafe in de bib.
  • de Nieuw zeelanders houden van hun koffie: bijna elk dorp heeft een cafe waar er een espresso machine staat, en er zijn tientallen soorten van koffies te bestellen: van flat white tot tall black en alles ertussenin.
  • heel veel mensen lopen op hun blote voeten rond
  • op publieke evenementen vind je een standje met gratis zonnecreme. Ook al is het soms niet echt heet, de zon kan hier snel zijn schadelijk werk doen.
  • NZ draagt de natuur in haar hart, maar in bijna alle grootwarenhuizen zijn ze heel gul met de plastieken zakjes.
  • bijna alle musea zijn gratis toegankelijk, maar de parking in de grootsteden is dan weer duur. In kleine steden is het dan weer gratis parkeren.
  • Het rijden op de wegen is een plezier: zeer mooi onderhouden en goed onderhouden. Bijna geen autostrades of drievaksbanen, maar brede wegen met duidelijke markering. Heel veel ronde punten, en met veel pijltjes van welke kant je moet uitrijden. Ook hebben grote ronde punten voorsorteervakken. Waar dit in Engeland moeilijk rijden was, blijkt dit hier bijna altijd zichzelf uit te wijzen.
  • De NZ kunnen niet inhalen. Het moet een nachtmerrie zijn voor hen om in Europa te rijden. Komt het door hun relaxe natuur, of zijn het schrikkepuiten? Feit is dat de limiet overal in NZ 100km/uur is, en wij meestal tussen de 70 en 80 rijden. Toch gebeurt het dat er kilometerslang er een auto achter ons hangt, terwijl er ondertussen hele lange rechte stroken zonder tegenliggers onder onze wielen door schuiven. Pas op de inhaalsecties met drie rijstroken halen deze auto’s ons dan in. Ikzelf heb zelden een inhaalprobleem :-), maar hier is het aangenaam rondrijden zonder de druk om ergens op tijd te moeten zijn. Als ik in de bergen soms op de pechstrook vertraag om een sliert auto’s voor te laten, zijn ze wel dankbaar met een licht- of geluidssignaal.
  • Je kan maar beter opletten voor je de straat oversteekt als voetganger hier: ten eerste komen de auto’s van de verkeerde kant, en anderzijds hebben ze niet echt veel respect voor de zwakke weggebruiker op twee benen. Voor de twee wielers vragen ze om 1,5 m plaats te laten, maar blijkbaar moet je als voetganger maar je plan trekken.
  • Je komt heel veel de voorhistorische naaldboom tegen in de bebouwde kom, en in de bossen de varens-op-een-stam (niet de wetenschappelijke benaming)
  • via de nummerplaat kan je op allerlei sites gedetaileerde informatie opvragen over een voertuig zoals type, bouwjaar, motor. Met een betalend rapport krijg je nog veel meer gegevens zoals datum van laatste inspectie, resultaat en nog meer. Heel handig als je op zoek bent naar een stuk voor je auto, of je een auto wil kopen, verkopen.
Gratis zonnecreme op openbare gebeurtenissen
De “varensboom”, tot 5 meter hoog
De zuinige spar, enig met kerstmis om de ballen goed te zien hangen
leuke fietsenstalling in Napier
beestenboel: De tuatara, een soort van 20 miljoen jaar oud. Heeft nog naast de velociraptor geleefd, maar hield zich heel stil en heeft zo kunnen overleven…
ondertussen in de supermarkt
Een nieuwe slave clutch cylinder voor Burnie, maar de verkeerde… Spiegelbeeld versie gewenst (zie verder in de tekst)
Overal in de parken vind je nette toiletten, deze waren gloednieuw
Helaas, in alle parken geldt dit verbod

 

Nog wat Burnie nieuws. Hij heeft wat last van ouderdomsverschijnselen de laatste tijd. Eerst was het een probleem met de hydraulische koppeling. Tot voor Burnie wist ik niet eens dat er een hydralische koppeling bestond, maar ik leer snel bij… Hij verloor olie langs de clutch slave cylinder wat ervoor zorgde dat bij koude motor de ontkoppeling niet werkte. Nogal vervelend: je wil remmen, dus druk je de koppelingspedaal in, maar hij blijft vooruit gaan… Daarom eerst een kleine beetje gas geven, de versnellingspook naar neutraal zonder te ontkoppelen en dan pas remmen. Niet echt goed voor het hart. Dus op zoek naar een mechanicien. We kregen mondelinge bijstand van 2 garagisten, ik kocht het wisselstuk (cruisers instinct: zorg eerst dat je het stuk hebt, en kijk later hoe je het gemonteerd krijgt) en zocht dan een mechanicien in de volgende stopplaats die het wou monteren. Het bleek evenwel het verkeerde stuk (zie foto) en een andere garagist heeft het juiste stuk besteld en gemonteerd. Prijs 140NZD (ongeveer 100 EUR) daar kon ik mee leven, zeker omdat ik het verkeerde stuk terug kon brengen naar de winkel.

Dit was nog maar net achter de rug of Burnie startte niet langer vlot, maar liet een diep gereutel horen in de plaats. Ik had mijn geld al ingezet op de batterij, maar het bleek de startmotor te zijn. Nieuw van Mazda voor 550 NZD (ai), maar wij hebben hem gevonden voor 80NZD bij een tweedehands autoonderdelen winkel (met 3 maand garantie: wet in NZ). Met montage ten belope van 70NZD. Mij hoor je niet klagen over de bereidwilligheid van garagisten om een passant dezelfde dag of de volgende uit de  nood te helpen..

Burnie was weer als nieuw toen hij last kreeg van flatulatus (zoals zijn eigenaar…). Het bleek een losgekomen pijp te zijn aan de uitlaat, gevolg van de vele kilometers op gravé. De diagnose was streng: nieuwe uitlaat want lapmiddeltjes gingen het niet lang uithouden. Deze keer was het iets duurder: 240NZD met plaatsing. Opnieuw waren we dezelfde dag terug in business, want ze hebben ons voorgenomen. Al bijal hebben we een volle dag ‘verloren’ met Burnie die van garage tot garage sukkelde.

En tenslotte het verhaal van ‘self containment’: inderdaad, Ilse had me goed ingeschat dat ik het er niet bij zou laten nu we zo dicht bij ons doel waren. Na een sleutel sessie op de parking van de lokale Bunnings-doe-het-zelve werd de doucheslang verwijderd, de aanvoer waterslang vervangen door een voedselveilig exemplaar, de afvoerslang vervangen door een niet kinkend exemplaar met een afsluiter op het einde en een stop. En we vonden een lokaal inspector echtpaar die ons op korte termijn wou helpen. Ze keken, inspecteerden, evalueerden … en zagen dat het goed was. Ik heb enkel de aanvoer leiding van water ondoorzichtbaar hoeven te maken met zwarte tape. Nota aan andere doe het zelvers die een wagen self contained willen maken: als we geen gordijntjes hadden gehad dan was het niet gelukt, want de redenering gaat dat je enkel in privacy van een porta potty gebruik wil/kan maken. Deze vereiste vind je ook niet op het web, allez tot deze blogpost dan.

Ja hoor, de self contained sticker hangt erop, de inspectors waren echt hartelijke mensen!

Gastverslag 3 Karel De Baere Huahine 15 oktober 2016

Ia Ora Na!

Nacht 8 en Dag 9 Moorea – Huahine

Het is zover – “de grote oversteek” van Moorea naar Huahine. Voor het eerst wordt er echt gevaren, weg van de kust, weg van de bewoonde wereld, met enkel de wind en de zee als constante.  Rond 15 uur ‘s middags wordt het anker gelicht en gaan we door de passe de Stille Oceaan op. Er staat een discrete bries tussen de 10 en 15 knopen wat maar net voldoende is om al zeilend goed vooruit te geraken.  Stef vindt dat uitstekend weer om zijn Oranje “Code 0” zeil uit te halen en eens te testen of de stikster degelijk werk heeft geleverd bij de reparatie.

Het oranje code 0 zeil met de witte herstelling van de zonneschade. So far so good.

De boot kreunt en haalt nu een gezapige 5 knopen. Moorea glijdt weg aan de horizon. We gaan aan tafel maar al het geschommel en de pillekes tegen de zeeziekte hebben duidelijk een invloed op de appetijt van de bemanningsleden. Dus erg veel gegeten wordt er eigenlijk niet. Alhoewel, de Kapitein laat de deining niet aan zijn hart komen en trekt een blik Pilchards in tomatensaus open dat vervolgens goed gemutst naar binnen wordt gewerkt (kwestie van de hoeveelheid reserve-proviand uit het vooronder gradueel af te bouwen).

Ook al hebben we electrische winchen, het kan geen kwaad om de spieren af en toe wat te oefenen. Hier bij het hijsen van het grootzeil.

De nacht valt en we verdelen de wachten. Ik kijk er eigenlijk wel naar uit om in het relatieve donker (het is bijna volle maan) wakker te blijven en de koers in de gaten te houden en kies dus voor de “hondenwacht”, tussen 0 en 3 uur ‘s nachts.  Zoals te verwachten was duurt het natuurlijk geen half uur of de wind sterkt stevig aan (toch in mijn definitie) en komt wat scherper aanwaaien.  Stef had gezegd: “als er iets is, moet ge niet aarzelen en maak je me maar wakker”, maar bij de scouts hebben we geleerd om “onze plan te trekken” en voor alles permissie gaan vragen bij het hogere gezag is niet echt aan mij besteed, dus maak ik wat beperkte koerscorrecties en hou op die manier de wind in de zeilen. Uiteraard buiten de waard gerekend, want de skipper heeft subiet gemerkt dat er aan het stampen en rollen van de boot wat is veranderd en verlaat zijn warme kooi om polshoogte te komen nemen. Na kort overleg, een blik op de GPS en een kleine aanpassing aan de stand van het grootzeil zag hij dat het goed was…

Eigenlijk is zo’n nachtelijke zeiltocht een bijna mystieke ervaring.  Je zit alleen in de stuurhut, met enkel de sterren, de maan en het spel van wind en golven als gezelschap. Pure natuur die je na een tijd in een soort trance brengt en waardoor de uren eigenlijk snel voorbijglijden.  Rond drie uur neemt Stef over; we fluisteren wat en  werken het logboek bij. Ik kruip in bed, val als een blok in slaap en wordt pas wakker op het moment dat ’s morgens de motoren worden gestart omdat de wind het laat afweten.

We spelen wat gezelschapsspelletjes en slapen wat bij tot we rond 14 uur de lagune van Huahine binnenvaren en vrijwel onmiddellijk ankeren om rustig wat te kunnen eten en snorkelen. Huahine bestaat eigenlijk uit twee eilanden binnen één koraalrif. Na de afwas beginnen we aan het laatste stuk van de overtocht en varen we binnen de turkooizen lagune naar Faré, het hoofddorp op de noordkant van het eiland.  Net voor zonsondergang vinden we een ankerplek en genieten met geel-rood-oranje tinten van een prachtige ondergaande zon.

De Windsong, een zeil cruiseschip dat we regelmatig tegenkomen

Dag 10 Huahine

Na een stevig ontbijt (pancakes met esdoornstroop) en een mok sterke koffie staan we om 10 uur aan de wal en huren een paar fietsen.

FAQ 9 – Fietsen bij tropische temperaturen, is dat wel een goed idee?

Dat valt uitstekend mee zolang ge u niet laat inspireren door het vuur en de ambities van de gemiddelde Vuile Brakée. Noem het “slow biking” als je wil.

Wie had gerekend op een Cube 29er met een Shimano XT versnellingsgroep en hydraulisch bediende Magura remmen als vaste zekerheid, vist achter het net… We zijn in Polynesië en fietsen doe je met een bike die het midden houdt tussen een meisjesfiets uit de jaren 70 en een Chopper uit Easyrider. Een stalen frame met dikke zware banden, enkel een torpedorem om onheil te voorkomen, géén versnellingen en een stuur in “longhorn” formaat als pikant (beter: pikerend) detail. Het geheel lichtpaars geverfd, kwestie van vooral niet op te vallen.

Enfin niet geklaagd, beter op de fiets dan te voet. We doen een prachtige rondrit op het eiland, met een tussenstop op een “pearl farm” en bezoeken nog een prachtige Marae (Maeva, met Visitor’s Centre)  aan de kust.  Alhoewel het oude geloof van de Polynesiërs animistisch van inslag was, worden we ook hier vriendelijk verzocht om het bordje met “A tatara ti to, tatou tia’a” te respecteren en onze schoenen buiten te laten staan (waarvoor “Mouruuru” ofte “dank u”). Gelukkig lopen we enkel blootsvoets  om het delicate weefwerk van bladeren op de vloer niet te beschadigen en niet om godsdienstige redenen.  Elegante hutten en boten bouwen, de Polynesiërs hebben er een handje van weg.

stenen vis fnuik op de rivier

Na een groepje heilige blauwogige alen in een riviertje om moed te hebben gebeden, rijden we de eerste (en enige) col van het eiland op om vast te stellen dat onze gebeden niet zijn verhoord… De weg slingert zich opeens naar boven met een stijgingspercentage van tegen de 15%, een oefening in nederigheid voor een minder geoefend fietser, we stappen af en duwen onze loodzware hippy bikes naar boven, zuchtend, puffend en nat van het zweet. Ook Stef ziet af, hij heeft wel versnellingen, maar sleurt een aanhangwagentje met gerief mee naar boven.

Na te voet (op een hongerige maag) een 200-tal hoogtemeters te hebben bemeesterd worden we navenant beloond met een absoluut verbluffend uitzicht op de andere kant van het eiland.

We koesteren ons met de wetenschap dat het vanaf nu alleen bergaf zal zijn en we ons dus rustig tot helemaal beneden kunnen laten glijden over blinkende asfalt.  Quod non!

Wat volgt zal een legende worden in de annalen (let op de dubbele “nn”) van ons nageslacht: Mevrouw mijn Echtgenote slaagt erin om haar torpedorem volledig op te smoren, het ding is misschien wel geschikt voor huis- tuin- en keukengebruik, maar voor het controleren van de daalsnelheid schiet de achteruittraprem volledig tekort. De naaf braakt donkere zwarte rook uit en Ilse gilt “Katie, pas op… uw fiets staat in brand…”. Gelukkig roept ze dat net voordat de rem finaal de geest geeft en wordt het ijzeren ros zonder ongelukken tot stilstand gebracht. Ik sta ermee te lachen, tot blijkt dat ook mijn torpedorem rook afgeeft. Résultat des courses:  we klommen te voet naar boven en mogen nu ook te voet naar beneden.

De rest van de dag genieten we van de uitzichten. Huahini is een zacht, vrouwelijk en vruchtbaar eiland. De natuur gedraagt er zich naar. Abondant groen, afgewisseld met prachtige vergezichten. Het eiland wordt niet voor niets “l’authentique” genoemd, het is één grote tropische tuin.

Na een laatste krachtinspanning duiken we de bar op het strand vlak bij de boot binnen, net op Happy Hour. Alles bij elkaar hebben we een 30 km gefietst onder de tropenzon. Terwijl Stef en ik de fietsen en de boodschappen wegbrengen bestellen de dames hun  eerste Mai Tai bij de ondergaande zon. Het zal niet bij één drankje blijven en de vermoeienissen van de dag én het feit dat we over de middag niks gegeten hebben zijn alras vergeten…

Karel en Stefan begroeten de vele fotografen, maar het was helaas voor de zonsondergang achter ons. Ook loopt net een bevoorradingsschip de atol binnen.

Dag 11 Huahine

Grotendeels een rustdag. We slapen uit, maken briochebrood en sterken de inwendige mens met een stevige portie spek met eieren.

Er wordt gekeuveld, gelezen, gescrabbeld en vooral veel gediscussieerd over de spelregels en hun verreikende consequenties. Voor de liefhebbers: vervoegde werkwoorden zijn tegenwoordig Scrabble-fähig, er zijn een pak woorden met Q’s, Y’s en X’en, maar je kan ze best op voorhand instuderen want als een woord niet wordt aanvaard ben je onverbiddelijk je beurt kwijt.

In de late namiddag verleggen we ons van het levendige Faré naar het zuiden van het eiland. Door een kleine inschattingsfout van de Kapitein – Stef maakt bij het navigeren énkel en alleen schoonheidsfoutjes –  moeten we na een uurtje op zee rechtsomkeer maken en de lagune opnieuw binnenvaren. De route buiten de lagune, langs de zeekant, brengt ons immers niet tot bij de snorkelplek Point Hiva die we voor ogen hadden.  Onder het motto “we go with the flow” beslissen we om voor anker te gaan in een prachtige baai (Bourayne Bay) die we een dag eerder met de fiets hebben aangegaan.

De Admiraal spot in de verte een aanlegboei op een idyllische plek en we beslissen om ons daar aan vast te leggen.  Zo’n maneuver lijkt in theorie makkelijk, tot je daar op het net tussen de rompen aan de voorplecht staat en die boei zo’n 2 meter lager onder je bootshaak doorglijdt. Bovendien weegt dat ding lood met al die doordrenkte meertouwen die absoluut geen zin hebben om uit het zilte nat gehesen te worden. Enfin, mits enige ruggenspraak tussen de dekknechten en hun baas, een tweede poging en wat gevloek ligt de boot aan de boei vast. Rest nog de telkens weerkerende endurance-test…

Ilse gaat er een aan de haak slaan… Met Karel zijn hulp!

FAQ 10 – Wat is dat nu weer, die endurance proef?

Stefan staat gekend als een voorzichtig schipper en zijn boot wordt enkel toevertrouwd aan aanlegboeien wanneer hij er zeker van is dat er bij frisse bries (5 bft) of matige wind (6 bft) geen ongelukken van kunnen komen. Lees: de boei en bijhorend betonblok moeten de 15 ton wegende Sanuk netjes op zijn plaats kunnen houden.

De proef is simpel: we meren aan en dan wordt er 10 seconden met beide motoren op volle kracht achteruit aan het meertouw en de boei getrokken om zeker te zijn dat de zaak muurvast zit. Tijdens die operatie knarsen die touwen en blijf je maar beter uit de buurt want er staat op dat moment nogal wat spanning op de landvasten. Laat ons het houden op:  “een veiligheidstest uitgevoerd (en uitgevonden) door de Kapitein, gekruid met een toets van vanille en geblancheerd in een saus van testosteron”.

Voor de taalpuristen: zo’n aanlegboei wordt in het Frans dood lichaam of “corps mort” genoemd. Het blijft dus ietwat luguber naar mijn mening: met twee motoren liggen trekken aan een lijk; het beeld van de vierschaar is nooit ver weg.

Nu de boot netjes gezekerd is profiteren we van de totale afwezigheid van golfslag in de baai om de mastlamp  die de voorplecht verlicht te vervangen. Stef kruipt in een harnas en laat zich door zijn echtgenote de mast inhijsen (met behulp van de elektrische winch weliswaar). Een broos moment waarop de skipper zich volledig overgeeft aan de nukken van zijn levenspartner. Ik tracht het geheel te filmen als een timelapse (het duurt allemaal nogal lang), maar dat mislukt jammerlijk omdat de batterij van mijn iPhone het voor bekeken houdt.

Enkele honden blaffen en Stefan en ikzelf dagen ze uit door te huilen naar de volle maan, gedurende 10 minuten weerklinkt over het meer niets dan honden- en mensengejank tot we ermee ophouden en aan tafel gaan om uitgebreid te dineren onder een volle maan.

Na de maaltijd zetten we wat muziek op en luisteren we tot bedtijd naar Leonard Cohen. Zijn lage en donkere stem (do you want it darker?) past perfect bij de sfeer in de baai en zorgt voor een meesterlijk meditatief moment. We laten het allemaal over ons komen en genieten van de rust en de natuur om ons heen.  Het water zit vol leven,  de vissen foerageren en springen af en toe naar insecten. In de jungle klinkt de roep van een ons onbekende vogel (volgens kenners verwant aan de Polifinario) en langs de oever vaart een Polynesische visser voorbij.

Onder de maan blinkt de rimpelloze lagune
Over de luwte van de lagune schuift moede de maan
Onder de maan in de luwe lagune schuift de kano naar zee
Langs het hoogtij, langs het laagtij
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee?

… om te gaan vissen!
(vrij naar Melopee van Paul Van Ostaijen)

(wordt vervolgd)