Een goede drie weken na mijn eerste kennismaking met NZ ben ik klaar om een eerste terugblik op het land, zijn inwoners en zijn gewoonten.
De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam, maar ik moet opmerken dat ik dit reeds voor vele landen die we bezochten heb gezegd. Ligt het aan het warm klimaat, of merk ik dit gewoon meer op dan in België? Ik denk toch dat het aan de mensen ligt, ze verwelkomen je gelijk waar met een groet en een vraag hoe het gaat en of ze kunnen helpen. En “no worries” sluit meestal elke conversatie af. Toch mooi he, zonder zorgen de wereld in worden gestuurd?
De natuur is mooi en heel verschillend van wat we gewoon zijn in Europa: de bossen zijn veelal tropisch regenwoud, wat voor een soort voorhistorische plantengroei zorgt met metershoge varens en enorme woudreuzen (kauri). Toch is de houtindustrie alomtegenwoordig: de helft van de vrachtwagens op de landelijke wegen vervoeren gevelde boomstammen en overal zie je gerooide dennenbossen die terug aangeplant zijn met jonge boompjes. Er schiet nog zowat 20% over van de bossen die het eiland heel lang terug (pre 1800) volledig bedekten en door de ingeweken Europeanen werden geveld om plaats te maken voor weiland en akkers. Toch is dit nog een heel groen land, met veel regionale en nationale parken.
Er wordt heel veel geld in toerisme gestoken hier. De parken hebben allemaal zeer goed bewegwijzerde paden, die regelmatig onderhouden worden. Om de eeuwenoude kauri reuzebomen te beschermen tegen een oprukkende schimmel, staan aan het begin en het einde, en veelal ook midden in het bos een stand om je schoenen te ontdoen van modder, en in te spuiten met een ontsmettend middel. Op de drukke paden staan zelf vrijwilligers die deze ontsmettingsposten bemannen en je helpen om te ontsmetten. Dit project moet heel veel geld kosten, maar dient om het land en zijn fauna te bewaren voor volgende generaties. Ook vind je heel veel openbare toiletten langs de wegen, in de steden of langs de wandelpaden in het midden van het bos.
Je kan op twee manieren kamperen: in privé of officiële kampeerplaatsen die variërend zijn uitgerust met toiletten, douches, keuken, wasplaats en wifi. Of je kan overal wild kamperen tenzij het expliciet verboden is. Dan moet je echter over een “self contained” campervan beschikken: je moet kunnen 3 dagen op een plaats blijven zonder iets nodig te hebben of iets achter te laten in de natuur. Dit vereist aldus voor twee personen: een toilet/porta potti, 24 l vers water, opvang voor al het vuil water, een wasbak met stromend water en een vuilbak met deksel.
Hierover wil ik wel een beetje uitweiden: onze Burnie was niet self contained, maar hij leek er dichtbij. We hadden genoeg vers water, een wasbak en een porta potti. We kochten in het begin een vuilbak dus was het enkel nog het grijs water dat moest opgevangen worden in plaats van het door een gat in de vloer op de ondergrond te laten lopen. Ik las de informatie op de website van de NZ camper association, en het leek allemaal redelijk simpel. Dus ben ik naar de Miter10 getrokken om het nodige materiaal te kopen: afvoer flexibel van 25 mm doormeter en 3 meter lang, een afsluitkraan, een plastieken container van 25 liter, een ventialtiebuis van 15 mm. De afvoer moet met een N boog gebeuren om een reukstop te vormen, en indien de wateropvang kleiner is dan de vers water hoeveelheid moet er een monitoring zijn. Dit heb ik gemaakt door de verluchting van de grijswater tank omhoog te laten lopen tot deze boven het wasbakje, zodat dit niet meer wegloopt als de opvang container vol is. Ook moet de porta potti op elk moment bruikbaar zijn (op dit moment nog geen wet, maar binnenkort wel) en genoeg elleboogruimte hebben voor het gebruik. Onze Burnie heeft genoeg plaats, maar de vele minivans (vb Renault Espace) die nu nog gecertifiëerd zijn, zullen in de toekomst niet meer ge(her)certifieerd kunnen worden want als het bed is opgemaakt is er geen plaats meer voor de porta-potti. De bijkomende verkoopstroef van een self contained van, en het voordeel om overal te kunnen kamperen zorgden ervoor dat ik in Wellington een inspectie aanvroeg bij een inspecteur. De initiële inspectie moet gedaan worden door twee inspecteurs die hiervoor geen geld ontvangen, en het betalen van 55 NZD voor de kampeerassociatie. Helaas plattekaas, het is njet geworden: de zeer vriendelijke heren waren streng maar rechtvaardig. In tegenstelling tot de installatie getoond op het filmpje van ZigZag – duitse vrienden van Polynesie – liep het allesbehalve van een leien dakje. Het hangt duidelijk af wie de inspecteurs zijn en hoe streng ze zijn. Mijn inspecteurs maakten de volgende – terechte – opmerkingen: er is een darm met douchekop vroeger geinstalleerd geweest en nog steeds aanwezig, maar geen voorziening om het water op te vangen. De aanvoerleidingen zijn uitgevoerd in tuinslang, dit moet niet doorzichtige darm van levensmiddelen kwaliteit zijn, de afvoerleiding is wel 25mm, maar niet uitgevoerd in verstevigd plastiek, de afsluitkraan was bedienbaar van binnen in de auto, dit moet enkel van buitenaf kunnen. Er moet een afsluitdop op de afvoerdarm zitten om eventuele restanten van lekkend grijs water tegen te houden. Dit alles zorgde ervoor dat mijn investering van ongeveer 300 NZD niets opgeleverd heeft.
Mijn ontgoocheling was zo groot dat ik het project opgaf, maar nu er enkele dagen over gegaan zijn keert de goesting terug om het mischien nog eens te proberen. Ik ben er immers zo dicht bij… nog één bezoekje aan Miter10…
Nog enkele lossen bedenkingen die me te binnen schieten:
- in elk openbaar toilet is er wc papier aanwezig en zeep in de zeephouder! Overal hangen er in de wc’s posters die je vragen om je handen te wassen.
- de openbare bibiotheken zijn 6 of 7 dagen per week open en bieden gratis electriciteit en internet. Meestal is er ook een cafe in de bib.
- de Nieuw zeelanders houden van hun koffie: bijna elk dorp heeft een cafe waar er een espresso machine staat, en er zijn tientallen soorten van koffies te bestellen: van flat white tot tall black en alles ertussenin.
- heel veel mensen lopen op hun blote voeten rond
- op publieke evenementen vind je een standje met gratis zonnecreme. Ook al is het soms niet echt heet, de zon kan hier snel zijn schadelijk werk doen.
- NZ draagt de natuur in haar hart, maar in bijna alle grootwarenhuizen zijn ze heel gul met de plastieken zakjes.
- bijna alle musea zijn gratis toegankelijk, maar de parking in de grootsteden is dan weer duur. In kleine steden is het dan weer gratis parkeren.
- Het rijden op de wegen is een plezier: zeer mooi onderhouden en goed onderhouden. Bijna geen autostrades of drievaksbanen, maar brede wegen met duidelijke markering. Heel veel ronde punten, en met veel pijltjes van welke kant je moet uitrijden. Ook hebben grote ronde punten voorsorteervakken. Waar dit in Engeland moeilijk rijden was, blijkt dit hier bijna altijd zichzelf uit te wijzen.
- De NZ kunnen niet inhalen. Het moet een nachtmerrie zijn voor hen om in Europa te rijden. Komt het door hun relaxe natuur, of zijn het schrikkepuiten? Feit is dat de limiet overal in NZ 100km/uur is, en wij meestal tussen de 70 en 80 rijden. Toch gebeurt het dat er kilometerslang er een auto achter ons hangt, terwijl er ondertussen hele lange rechte stroken zonder tegenliggers onder onze wielen door schuiven. Pas op de inhaalsecties met drie rijstroken halen deze auto’s ons dan in. Ikzelf heb zelden een inhaalprobleem :-), maar hier is het aangenaam rondrijden zonder de druk om ergens op tijd te moeten zijn. Als ik in de bergen soms op de pechstrook vertraag om een sliert auto’s voor te laten, zijn ze wel dankbaar met een licht- of geluidssignaal.
- Je kan maar beter opletten voor je de straat oversteekt als voetganger hier: ten eerste komen de auto’s van de verkeerde kant, en anderzijds hebben ze niet echt veel respect voor de zwakke weggebruiker op twee benen. Voor de twee wielers vragen ze om 1,5 m plaats te laten, maar blijkbaar moet je als voetganger maar je plan trekken.
- Je komt heel veel de voorhistorische naaldboom tegen in de bebouwde kom, en in de bossen de varens-op-een-stam (niet de wetenschappelijke benaming)
- via de nummerplaat kan je op allerlei sites gedetaileerde informatie opvragen over een voertuig zoals type, bouwjaar, motor. Met een betalend rapport krijg je nog veel meer gegevens zoals datum van laatste inspectie, resultaat en nog meer. Heel handig als je op zoek bent naar een stuk voor je auto, of je een auto wil kopen, verkopen.
Nog wat Burnie nieuws. Hij heeft wat last van ouderdomsverschijnselen de laatste tijd. Eerst was het een probleem met de hydraulische koppeling. Tot voor Burnie wist ik niet eens dat er een hydralische koppeling bestond, maar ik leer snel bij… Hij verloor olie langs de clutch slave cylinder wat ervoor zorgde dat bij koude motor de ontkoppeling niet werkte. Nogal vervelend: je wil remmen, dus druk je de koppelingspedaal in, maar hij blijft vooruit gaan… Daarom eerst een kleine beetje gas geven, de versnellingspook naar neutraal zonder te ontkoppelen en dan pas remmen. Niet echt goed voor het hart. Dus op zoek naar een mechanicien. We kregen mondelinge bijstand van 2 garagisten, ik kocht het wisselstuk (cruisers instinct: zorg eerst dat je het stuk hebt, en kijk later hoe je het gemonteerd krijgt) en zocht dan een mechanicien in de volgende stopplaats die het wou monteren. Het bleek evenwel het verkeerde stuk (zie foto) en een andere garagist heeft het juiste stuk besteld en gemonteerd. Prijs 140NZD (ongeveer 100 EUR) daar kon ik mee leven, zeker omdat ik het verkeerde stuk terug kon brengen naar de winkel.
Dit was nog maar net achter de rug of Burnie startte niet langer vlot, maar liet een diep gereutel horen in de plaats. Ik had mijn geld al ingezet op de batterij, maar het bleek de startmotor te zijn. Nieuw van Mazda voor 550 NZD (ai), maar wij hebben hem gevonden voor 80NZD bij een tweedehands autoonderdelen winkel (met 3 maand garantie: wet in NZ). Met montage ten belope van 70NZD. Mij hoor je niet klagen over de bereidwilligheid van garagisten om een passant dezelfde dag of de volgende uit de nood te helpen..
Burnie was weer als nieuw toen hij last kreeg van flatulatus (zoals zijn eigenaar…). Het bleek een losgekomen pijp te zijn aan de uitlaat, gevolg van de vele kilometers op gravé. De diagnose was streng: nieuwe uitlaat want lapmiddeltjes gingen het niet lang uithouden. Deze keer was het iets duurder: 240NZD met plaatsing. Opnieuw waren we dezelfde dag terug in business, want ze hebben ons voorgenomen. Al bijal hebben we een volle dag ‘verloren’ met Burnie die van garage tot garage sukkelde.
En tenslotte het verhaal van ‘self containment’: inderdaad, Ilse had me goed ingeschat dat ik het er niet bij zou laten nu we zo dicht bij ons doel waren. Na een sleutel sessie op de parking van de lokale Bunnings-doe-het-zelve werd de doucheslang verwijderd, de aanvoer waterslang vervangen door een voedselveilig exemplaar, de afvoerslang vervangen door een niet kinkend exemplaar met een afsluiter op het einde en een stop. En we vonden een lokaal inspector echtpaar die ons op korte termijn wou helpen. Ze keken, inspecteerden, evalueerden … en zagen dat het goed was. Ik heb enkel de aanvoer leiding van water ondoorzichtbaar hoeven te maken met zwarte tape. Nota aan andere doe het zelvers die een wagen self contained willen maken: als we geen gordijntjes hadden gehad dan was het niet gelukt, want de redenering gaat dat je enkel in privacy van een porta potty gebruik wil/kan maken. Deze vereiste vind je ook niet op het web, allez tot deze blogpost dan.