[Sorry voor de verwarring door het bericht vroegtijdig te publiceren, a slip of the finger]
Wow, het is ongeveer drie weken geleden dat ik iets van me heb laten horen, en het is hoog tijd om dit goed te maken.
Ons verblijf in Curaçao is goed verlopen, zie het verslag van Ilse over wat we allemaal gedaan hebben, meestal zelfs per fiets. Voor mensen die na ons komen met fietsen, kan ik alvast deze tip meegeven: rij niet op de kant van de weg, maar neem ruim plaats in op de rijbaan. Op die manier kunnen de auto’s niet langs je heen zonder een inhaal maneuver te doen. Ik heb dit de laatste week geleerd nadat er nog eens een auto te dicht bij me was gepasseerd. Vreemd genoeg vinden ze het niet erg om achter je te blijven hangen tot ze voorbij kunnen steken.
We hebben wat onderdelen gekocht om een paar boot problemen op te lossen, en er wat nieuwe probleempjes bij gekregen. Ik denk dat we uit onwetendheid en gebrek aan ervaring wat ruw zijn omgegaan met onze batterijen, namelijk door ze te laag van spanning te laten komen (11.9V) en daarna niet lang genoeg op te laden. Hierdoor kreeg het meetsysteem van de batterijen niet de kans om goed te weten wat de echte toestand was van de batterijen, en gebeurde het laden aan een te lage hoeveelheid ampères (30A ipv 80A). Eerst dachten we dat onze generator de schuldige was, maar na wat discussie met Jacques van Panache kwam de ware toedracht aan het licht. De oplossing was simpel, de generator eens 6 uur laten doordraaien, en op termijn de batterijen eens heel lang op te laden. Dat laatste zijn we van plan om te doen als we in een marina liggen, waar er op de kant 220V stroom beschikbaar is. (zie verder)
We hebben ook nog een bizarre ontmoeting gehad met een koppel die een eigen catamaran aan het bouwen was. Na een cryptische vraag op het radionet: “we hebben eens nood om met inteligente mensen te praten, zien jullie dat zitten?” zijn ze ons de zondagmorgen komen halen. Waar ik eerder een jong koppel had verwacht, bleken dit twee oudere Amerikanen te zijn, naar onze schatting hij (Steve) eind de zestig, en zij (Pat) midden de 70. De truck was versleten, maar vooral stofferig vuil door hun twee grote honden (Commodores). Na een ritje van ongeveer een half uur kwamen we aan bij een opslagterrein van een bouwfirma, waar in een hoekje ervan een monster van een catamaran (70 voet) in opbouw was. Het koppel bleek al heel wat watertjes doorzwommen te hebben vooraleer ze in Curaçao waren beland. Ze hadden in Japan gewoond en in het binnenland van Venezuela en over zowat heel de wereld gecruised. Ik kreeg een heel uitgebreide rondleiding over de vooruitgang van de bouwwerken, maar eigenlijk was het duidelijk dat dit project gedoemd is om te mislukken. Het was triestig, maar hier waren twee mensen die al hun centen, tijd en energie staken in een groots project, dat waarschijnlijk niet zou afgeraken voor hun dood, en alleen in hun ogen veel geld waard is. De schelp van het schip was reeds grotendeels af, maar alles binnen moest nog geïnstalleerd worden, van de technische onderdelen zoals motoren, energievoorziening en mast/zeil, tot het comfort gedeelte zoals keuken, badkamer, leefruimte. Enkel de honden bleken volledig aangepast, zij het dat ze volgens mij wat lopend water konden gebruiken want ze zagen er vuil uit. Zijzelf schatten de resterende duur op twee jaar, maar ik denk dat ze er een jaar of 5 naast zitten. Zouden die intelligente mensen waarnaar ze uitkijken hen dit moeten zeggen? Ikzelf had er het hart niet voor, want het was duidelijk dat hun hele leven in het teken van dit bootproject stond. Met een smoes hebben Ilse en ik ons terug naar huis laten voeren, na ze nog een fles rode wijn cadeau gedaan te hebben, iets waar Pat duidelijk mee in de zevende hemel was. Terug op onze boot, vonden we beiden dat het eigenlijk een in-trieste situatie. Als de gezondheid van een van beide zou haperen, stort hun hele wereld in, en ondertussen hebben ze geen leven, want alles wordt geoffered aan het altaar van de catamaran. Terzelfdertijd beseffen ze dit waarschijnlijk ook zelf wel, maar kunnen het niet toegeven aan de ander of zichzelf. Enfin, wij waren toch blj om op een afgewerkte catamaran te zitten, en ermee te kunnen rondreizen. Al hebben wij natuurlijk ook af en toe nood aan een intelligent luisterend/lezend publiek.
Na ons verblijf in de spaanse wateren van Curaçao hebben we nog eens getankt (300l diesel, 35l benzine) vooraleer we vertrokken rond 14:00 uur naar Santa Marta, Colombia.
Eerst hebben we in de dichtbijgelegen Fuikbaai (Curaçao) een nachtje geslapen om de volgende morgen rond 9 uur op weg te gaan, richting Aruba. We kwamen net voor donker aan in Aruba en hebben een nachtje illegaal in de meest oostelijke baai van het eiland gelegen (Rogers Bay), en waren we de volgende morgen om 07:00 reeds vertrokken richting Colombia.
Het is mogelijk om de trek naar Santa Marta vanaf Aruba in een keer te doen, maar wij verkozen voor twee tussenhaltes. Eentje in Cabo de la Vela, waar we een dag en een nacht lagen, en eentje in de Cinto baai, vlak om de hoek van Santa Marta. De reis verliep voorspoedig met een onkarakteristiek kalme zee en weinig wind, onder alweer een volle maan. Na 24 uur zeilen waren we rond 9:00 uur in Cabo De la Vela, Colombia, we lagen heel ver weg van de kant, in 5 meter water. Daar zijn we met flipper ons bootje bij felle tegenwind naar de kant gevaren, zo een kilometer ver. Nou ja, in twee keer, want de eerste keer zijn we na 250m zonder benzine gevallen. De benzinetank stond nog op Sanuk waar hij gevuld was net voor het vertrek… Roeispanen boven gehaald en gelukkig met de wind mee terug naar de boot. We hebben het wind- en kitesurf paradijs bezocht waar verder niets is behalve lege strandhutten die op de (Colombiaanse) decembertoeristen wachtten. Achter de kust ligt een dorre woestijn, waar het moeilijk is voor mensen om te overleven. Indrukwekkend qua natuur, maar we waren toch blij als we terug op onze Sanuk zaten en een lekkere maaltijd klaarmaakten.
De volgende morgen zijn we terug vertrokken voor een volgende 24 uur etappe, en kwamen we aan bij Cabo Cinto net na een ongeloofelijke stortbui van een half uur. Het regenwater gutste uit de lazy jack (opvangzak voor het grootzeil). Had ik nu maar een watervangsysteem, dan waren onze twee watertanks van 300L elk zeker vol geweest op een paar minuten (Iets voor het lijstje). De baai was onwerelds mooi en rustig, en maakt deel uit van het Tayrona Nationaal Park. Na een zalige nacht zijn we eens naar de kant gezwommen en hebben een kleine wandeling gedaan langs een voorlopig verlaten ecolodge en een barbeque hut. Verderop aan de kant stonden twee strooien huizen waar een bootje voor lag, ik vermoed dat er daar een vissersfamilies woont. Later in Santa Marta hebben we vernomen dat het park gesloten was tot 1 december.
In de namiddag vertrokken voor het laatste stukje van 25 nm, de kaap rond, tot in de jachthaven van Santa Marta. Het was grappig, Ilse dacht dat dit een slaperig stadje was, maar de flatgebouwen toonden haar het tegendeel. Het is een heel oude stad met ongeveer 500,000 inwoners, die zijn mooie en minder mooie periodes gekend heeft. We merken dat in de laatste 10 jaar er veel gerenoveerd en gerestaureerd is, met o.a. de aanleg van de nieuwe jachthaven. De prijzen in Colombia vallen heel goed mee, ik zou durven zeggen 1/3 tot 1/2 goedkoper dan in België. Ook zijn de mensen super vriendelijk, en blij dat er gringo’s op bezoek komen. De cruisers zijn duidelijk in de minderheid als toeristen, want de meeste zijn Colombiaans, maar er zijn ook een aantal rugzag toeristen. De meeste van hen komen om de chiudad perdida te doen, een meerdaagse wandeling door ruw terrein. We hebben besloten om hier te blijven tot na Kerstdag. Er is hier redelijk wat te bezoeken, en we zullen ons dan ook niet onbetuigd laten.
Het enige nadeel van de marina is dat het niet ver van de haven afligt, en dat dit een grote doorvoer haven is voor steenkool. Elke andere dag ligt er een heel fijn laagje koolstof op de boot, niet echt zichtbaar tenzij je er eens door stapt met natte voeten. Er is geen beginnen aan, ook al hebben we nu stromend vers water van de kade. Ik denk dat Santa Marta op termijn zal moeten kiezen voor toerisme, of voor een andere trafiek in de haven. Heel grappig in de marina is dat er ongeveer twee keer per dag een bootje doorvaart met Colombiaanse toeristen aan boord, die komen kijken naar de boten die er liggen. Als je dan even zwaait krijg je gegarandeerd een vrolijke en luide tegenreaktie.
Alles is hier te verkrijgen in de winkels, zeer vergelijkbaar met Europa. Dat is een leuk geschenk en vermits de werkkrachten hier goedkoop zijn zullen we ook een aantal verbeteringswerken laten uitvoeren terwijl we hier zijn. Een trui voor onze flipper werd besteld, een elektrische zoutwater pomp voor de generator zodat hij geen impeller meer nodig heeft want deze gaat te snel stuk, en wat klein canvas werk rond de boot. Misschien kunnen we hier ook de onderwater zink(en) laten vervangen (dit is een onderwater gemonteerd stuk zink dat de andere metalen onderwater delen van de boot beschermt tegen electrolyse)
We hebben hier nog niet veel gedaan behalve op ons gemak de stad op ons laten afkomen. We vinden dat we hier heel gemakkelijk met onze fietsjes overal kunnen geraken, en terwijl het verkeer druk is, hebben ze toch respect voor de fietsers. Wel hebben we het knagend gevoel dat sommige straten eenrichtingsverkeer zijn (toch zeker voor auto’s), alhoewel er geen verkeersbord staat en niemand hier iets op zegt, zelfs de politie niet. We beginnen te denken dat even en oneven straten slechts in 1 richting kunnen gereden worden.
We hebben gegeten van de wagentjes die je overal langs de straat tegen komt: 60 Eurocent voor een spiesje met kip of vlees, en eens 2 euro voor een bakje met friet, salade, lookworst en saus. Geen haute cuisine, maar wel maagvullend. Dit is wat de colombianen zelf eten als snack. Wil je beter, dan moet je het restaurant induiken, en wordt de prijs iets duurder, rond de 12 euro (voor 2personen), bier inbegrepen.
Het was grappig, Ilse en ik bestelden een vers vruchtensap. Ik nam de tweede keus (geen idee van wat de keuzes betekenden) en Ilse nam een verse limonade. We kregen elk een 1 liter plastieken maatbeker met een strootje in, gevuld tot de rand (kostprijs 1 euro). Wel heel lekker, het mijne bleek passievrucht te zijn, dus goed gegokt. Kijk ook maar eens naar de kerstversiering die overal volop in de stad hangt.
Er wordt hier ongeveer evenveel op straat verkocht als in de winkels. In een zeer drukke winkelstraat was er een winkel van sportschoenen, en op het voetpad ervoor een kraampje met.. sportschoenen.
Er zijn hier waarschijnlijk meer taxi’s dan auto’s in de stad, zo van die piepkleine 3 cylinder Kia’tjes. We hebben ons laten zeggen dat een taxi 0,5 EUR kost om in de stad ergens naar toe te gaan. Het aantal taxi’s wordt enkel benaderd door het aantal busjes van de lokale lijn. Privaat uitgebaat maar allemaal rijden ze voor de moedermaatschappij, de deuren open en een bijrijder die eruit hangt en de bestemming afroept. De busjes zijn blijkbaar ook zeer goedkoop en rijden naar verdere bestemmingen. We zijn van plan er eentje te nemen als we de verdere buurt eens gaan verkennen.
We hebben reeds het museum van het goud bezocht, een vernieuw gebouw met een zeer recente tentoostelling van 2014. Zeker zijn inkom waard, want het was gratis. Binnen krijg je een kijk op de evolutie van de colombiaanse kunst (Pre Colombiaanse beeldjes en ambachtelijke sierraden), de veroveringen van de spanjaarden, de geschiedenis van de slaven en tenslotte de onafhankelijkheid van Spanje. Bolivar heeft in het museum nog gewoond, maar toen was het nog geen museum ( 🙂 ). Hier leerden we dat Simon Bolivar de grote held is van Columbia ( en wijde omstreken), hij was een Europees opgevoede Venezolaan die erin slaagde om Venezuela, Colombia, Peru, Ecuador en Bolivië in 1821 van Spanje onafhankelijk te maken en als een groot rijk te regeren (1819-1830).
Hij leefde zowat overal, maar overleed in de Quinta de San Pedro Alejandrino in Santa Marta, Gran Colombia (jawel, het Santa Marta waar we zitten) aan TBC. Deze quinta (landelijke villa) is nu omgebouwd tot een drieledig geheel: ruines van een stookplaats voor rum, de villa waar hij overleed, en een museum van hedendaagse kunst van Colombia. Dit alles ligt in een groot arboretum. Best de moeite waard, en voor de Colombianen een soort van pelgrimstocht naar het ontstaan van hun natie. Eerst lag Bolivar begraven in de kathedraal van Santa Marta, maar na een aantal jaar heeft zijn geboortestad Caracas die eer opgeëist en hem verhuisd.
De kathedraal van Santa Marta is een groot wit gebouw, maar niet echt spectaculair vanbinnen. We denken eraan om met kerstnacht eens te gaan kijken, want katholisisme is hier echt wel nog in, en er zou dan wel het een en ander te doen moeten zijn rond de kathedraal.
Zoals je ziet, hier loopt alles op wieltjes, en ons dagelijkse leven gaat zijn gezapige gangetje. Morgen gaan we voor drie nachten in een ecolodge in het Tayrona Nationaal Park doorbrengen. Misschien zit er zelfs een wandeling in naar de baai waar we voor anker gelegen hebben, nu reeds 2 weken geleden!