Na een lange vliegtuigreis met Ethiad Airlines stonden we 30 uur later in Auckland, Nieuw Zeeland. De eerste horde was genomen: check-in. We kozen Ethiad Airlines omdat we elk 2 stuks van 23 kg bagage mochten meenemen. Dat was ook nodig: een nieuw code 0 zeil van Wittevrongel Nieuwpoort, een vervangstuk polyester voor achteraan de boot, 1500 capsules Nespresso (wist je dat Belgie bij de goedkoopste landen van de wereld is voor Nespresso capsules? In Nieuw Zeeland is het 1 EUR per capsule…), een Nespresso machine voor op Sanuk (110V vanuit de states meegebracht), een DJI drone (met dank aan Karel en Katie), een boel winterkleren en nog veel klein gerief. Kortom: 1 pak van 23,5 kg, 1 valies van 24kg, 2 valiezen van 23kg, 2 carry-ons van 10 kg, een rugzak van 9 kg en een handtas van 14 kg (grapje: het was maar de gewone 8 kg). De man aan de check-in liet de valiezen passeren, maar vroeg wel dat de handbagage niet de voorgeschreven 7 kg zou overschrijden. Hij zei dat we het anders aan de gate wel zouden oplossen. Wij dachten dit zal wel meevallen, maar helaas stond dezelfde man bij de check-in balie van de gate, en werden wij als enigen eruit gehaald om onze handbagage te laten wegen. Toen ik begon met kleren uit de carry-on te halen om ze daarna aan te doen, ondertussen mijn zakken volstekend met cote d’or chokolade, zei hij dat dit niet de bedoeling kon zijn. Na wat heen en weer gepraat bij de balie waarbij duidelijk werd dat de collega’s van deze check-in chef niet echt achter zijn streng beleid stonden, zijn we op het vliegtuig geraakt, minus de 4 zakken chokolade als afkoopsom. Al bij al een geslaagde vlucht, ook al waren de vliegtuigen noch de service niets speciaals.
In Nieuw Zeeland aangekomen stond een oude bekende ons op te wachten: Vaughn Cooper van het zeilschip Aislado, met wie we samen een 10-tal dagen optrokken in juli de Touamoto’s. We waren welkom om bij Vaughn, Sylvia en Zara te verblijven tot we een campervan gevonden hadden. Nog eens via deze weg een hartelijk bedanking aan Sylvia en Vaughn!
We schoten snel in gang om via trademe.co.nz een geschikte campeerwagen te vinden. Het blijkt goedkoper om een campervan te kopen en (hopelijk) te verkopen op het einde dan er een te huren als je lang genoeg in NZ bent. En na wat gezoek denken we dat we onze partner voor de volgende 3 maanden gevonden hebben: Burnie, een oude camionet verbouwd tot een campervan.
Enkele gegevens: bouwjaar 1990, 2 liter diesel met net geen 300000km op de teller. Ingebouwde gasplaat (2 branders), vers water, frigo, porta-potty, slaapplaats voor twee.
Enkele pluspunten:
redelijk veel comfort in vergelijking met minivan formaat
vers water tank, porta-poti, kookvuur, frigo
reeds volledig vertrekkensklaar
9250 NZD (plus minus 6000 eur)
gordijntjes die privacy geven
alles, maar dan ook alles werkt (behalve de radio)
na 500 km rijden: betrouwbaar beestje
ventilatievenster op het dak
opslag skibak boven de zitplaatsen: zeer handig.
stevig verbouwd vanbinnen, wat ruw maar doeltreffend
Enkele minpunten:
lelijke eendje
299900 km en leeftijd
niet self contained (mogelijkheid om 3 dagen ergens te verblijven zonder het nalaten van afval zoals grijs water, zwart water, vuilnis of het nodig hebben van vers water) wat de keuze van campings beperkt
kussenovertrekken zijn gemaakt uit een allegaartje van overschotjes, maar wel proper.
90 km per uur is topsnelheid, maar misschien is dit wel een pluspunt (Max snelheid in gans NZ is 100km/u)
Naar goede gewoonte hebben we geprobeerd om sommige van deze minpunten weg te werken, en Burnie wat naar onze goesting aan te passen. Dus wij op weg naar de lokale versie van de makro: Mega Mitre10 en The Warehouse. We hadden geluk want het zomer en kampeerseizoen is hier wat op zijn einde aan het lopen, en de afprijzingen tot 50% waren overal te vinden. We kochten een ondermatras, een duvet, een king size laken set van de beste kwaliteit, een duvet overtrek, twee kussens, 5 plastiek stapeldozen, een warm water maker met douchekop, een barbeque, een zonnezeil, bestek, servies, glazen, muggenverdelger, handdoeken en nog wat klein knutselgerief.
We hebben ondertussen een paar veranderingen gemaakt aan Burnie: er zitten nieuwe kastdeurtjes onder de wastafel: 5NZD per stuk in de uitverkoop bij Mitre10!, een opvang container voor grijs water om onze aanvraag tot self-contained voertuig te doen, onze frigo staat nu achter de passagierszetel, we hebben een omnium verzekering bij AA NZ. Ik schat dat we ongeveer 1000 EUR hebben uitgegeven om Burnie naar onze goesting aan te passen en uit te rusten, en we vinden het een leuk karretje. Zie maar in Ilse haar blog waar hij ons allemaal al heeft naartoe gebracht!
Het is zover â âde grote oversteekâ van Moorea naar Huahine. Voor het eerst wordt er echt gevaren, weg van de kust, weg van de bewoonde wereld, met enkel de wind en de zee als constante. Rond 15 uur âs middags wordt het anker gelicht en gaan we door de passe de Stille Oceaan op. Er staat een discrete bries tussen de 10 en 15 knopen wat maar net voldoende is om al zeilend goed vooruit te geraken. Stef vindt dat uitstekend weer om zijn Oranje âCode 0â zeil uit te halen en eens te testen of de stikster degelijk werk heeft geleverd bij de reparatie.
De boot kreunt en haalt nu een gezapige 5 knopen. Moorea glijdt weg aan de horizon. We gaan aan tafel maar al het geschommel en de pillekes tegen de zeeziekte hebben duidelijk een invloed op de appetijt van de bemanningsleden. Dus erg veel gegeten wordt er eigenlijk niet. Alhoewel, de Kapitein laat de deining niet aan zijn hart komen en trekt een blik Pilchards in tomatensaus open dat vervolgens goed gemutst naar binnen wordt gewerkt (kwestie van de hoeveelheid reserve-proviand uit het vooronder gradueel af te bouwen).
De nacht valt en we verdelen de wachten. Ik kijk er eigenlijk wel naar uit om in het relatieve donker (het is bijna volle maan) wakker te blijven en de koers in de gaten te houden en kies dus voor de âhondenwachtâ, tussen 0 en 3 uur âs nachts. Zoals te verwachten was duurt het natuurlijk geen half uur of de wind sterkt stevig aan (toch in mijn definitie) en komt wat scherper aanwaaien. Stef had gezegd: âals er iets is, moet ge niet aarzelen en maak je me maar wakkerâ, maar bij de scouts hebben we geleerd om âonze plan te trekkenâ en voor alles permissie gaan vragen bij het hogere gezag is niet echt aan mij besteed, dus maak ik wat beperkte koerscorrecties en hou op die manier de wind in de zeilen. Uiteraard buiten de waard gerekend, want de skipper heeft subiet gemerkt dat er aan het stampen en rollen van de boot wat is veranderd en verlaat zijn warme kooi om polshoogte te komen nemen. Na kort overleg, een blik op de GPS en een kleine aanpassing aan de stand van het grootzeil zag hij dat het goed wasâŠ
Eigenlijk is zoân nachtelijke zeiltocht een bijna mystieke ervaring. Je zit alleen in de stuurhut, met enkel de sterren, de maan en het spel van wind en golven als gezelschap. Pure natuur die je na een tijd in een soort trance brengt en waardoor de uren eigenlijk snel voorbijglijden. Rond drie uur neemt Stef over; we fluisteren wat en werken het logboek bij. Ik kruip in bed, val als een blok in slaap en wordt pas wakker op het moment dat âs morgens de motoren worden gestart omdat de wind het laat afweten.
Enfin niet geklaagd, beter op de fiets dan te voet. We doen een prachtige rondrit op het eiland, met een tussenstop op een âpearl farmâ en bezoeken nog een prachtige Marae (Maeva, met Visitorâs Centre) aan de kust. Alhoewel het oude geloof van de PolynesiĂ«rs animistisch van inslag was, worden we ook hier vriendelijk verzocht om het bordje met âA tatara ti to, tatou tiaâaâ te respecteren en onze schoenen buiten te laten staan (waarvoor âMouruuruâ ofte âdank uâ). Gelukkig lopen we enkel blootsvoets om het delicate weefwerk van bladeren op de vloer niet te beschadigen en niet om godsdienstige redenen. Elegante hutten en boten bouwen, de PolynesiĂ«rs hebben er een handje van weg.
Na een groepje heilige blauwogige alen in een riviertje om moed te hebben gebeden, rijden we de eerste (en enige) col van het eiland op om vast te stellen dat onze gebeden niet zijn verhoord⊠De weg slingert zich opeens naar boven met een stijgingspercentage van tegen de 15%, een oefening in nederigheid voor een minder geoefend fietser, we stappen af en duwen onze loodzware hippy bikes naar boven, zuchtend, puffend en nat van het zweet. Ook Stef ziet af, hij heeft wel versnellingen, maar sleurt een aanhangwagentje met gerief mee naar boven.
Na te voet (op een hongerige maag) een 200-tal hoogtemeters te hebben bemeesterd worden we navenant beloond met een absoluut verbluffend uitzicht op de andere kant van het eiland.
We koesteren ons met de wetenschap dat het vanaf nu alleen bergaf zal zijn en we ons dus rustig tot helemaal beneden kunnen laten glijden over blinkende asfalt. Quod non!
Grotendeels een rustdag. We slapen uit, maken briochebrood en sterken de inwendige mens met een stevige portie spek met eieren.
Er wordt gekeuveld, gelezen, gescrabbeld en vooral veel gediscussieerd over de spelregels en hun verreikende consequenties. Voor de liefhebbers: vervoegde werkwoorden zijn tegenwoordig Scrabble-fĂ€hig, er zijn een pak woorden met Qâs, Yâs en Xâen, maar je kan ze best op voorhand instuderen want als een woord niet wordt aanvaard ben je onverbiddelijk je beurt kwijt.
De Admiraal spot in de verte een aanlegboei op een idyllische plek en we beslissen om ons daar aan vast te leggen. Zoân maneuver lijkt in theorie makkelijk, tot je daar op het net tussen de rompen aan de voorplecht staat en die boei zoân 2 meter lager onder je bootshaak doorglijdt. Bovendien weegt dat ding lood met al die doordrenkte meertouwen die absoluut geen zin hebben om uit het zilte nat gehesen te worden. Enfin, mits enige ruggenspraak tussen de dekknechten en hun baas, een tweede poging en wat gevloek ligt de boot aan de boei vast. Rest nog de telkens weerkerende endurance-testâŠ
FAQ 10 â Wat is dat nu weer, die endurance proef?
Stefan staat gekend als een voorzichtig schipper en zijn boot wordt enkel toevertrouwd aan aanlegboeien wanneer hij er zeker van is dat er bij frisse bries (5 bft) of matige wind (6 bft) geen ongelukken van kunnen komen. Lees: de boei en bijhorend betonblok moeten de 15 ton wegende Sanuk netjes op zijn plaats kunnen houden.
De proef is simpel: we meren aan en dan wordt er 10 seconden met beide motoren op volle kracht achteruit aan het meertouw en de boei getrokken om zeker te zijn dat de zaak muurvast zit. Tijdens die operatie knarsen die touwen en blijf je maar beter uit de buurt want er staat op dat moment nogal wat spanning op de landvasten. Laat ons het houden op:Â âeen veiligheidstest uitgevoerd (en uitgevonden) door de Kapitein, gekruid met een toets van vanille en geblancheerd in een saus van testosteronâ.
Voor de taalpuristen: zoân aanlegboei wordt in het Frans dood lichaam of âcorps mortâ genoemd. Het blijft dus ietwat luguber naar mijn mening: met twee motoren liggen trekken aan een lijk; het beeld van de vierschaar is nooit ver weg.
Nu de boot netjes gezekerd is profiteren we van de totale afwezigheid van golfslag in de baai om de mastlamp die de voorplecht verlicht te vervangen. Stef kruipt in een harnas en laat zich door zijn echtgenote de mast inhijsen (met behulp van de elektrische winch weliswaar). Een broos moment waarop de skipper zich volledig overgeeft aan de nukken van zijn levenspartner. Ik tracht het geheel te filmen als een timelapse (het duurt allemaal nogal lang), maar dat mislukt jammerlijk omdat de batterij van mijn iPhone het voor bekeken houdt.
Enkele honden blaffen en Stefan en ikzelf dagen ze uit door te huilen naar de volle maan, gedurende 10 minuten weerklinkt over het meer niets dan honden- en mensengejank tot we ermee ophouden en aan tafel gaan om uitgebreid te dineren onder een volle maan.
Na de maaltijd zetten we wat muziek op en luisteren we tot bedtijd naar Leonard Cohen. Zijn lage en donkere stem (do you want it darker?) past perfect bij de sfeer in de baai en zorgt voor een meesterlijk meditatief moment. We laten het allemaal over ons komen en genieten van de rust en de natuur om ons heen. Het water zit vol leven, de vissen foerageren en springen af en toe naar insecten. In de jungle klinkt de roep van een ons onbekende vogel (volgens kenners verwant aan de Polifinario) en langs de oever vaart een Polynesische visser voorbij.
Onder de maan blinkt de rimpelloze lagune Over de luwte van de lagune schuift moede de maan Onder de maan in de luwe lagune schuift de kano naar zee Langs het hoogtij, langs het laagtij schuift de kano naar zee schuift met de schuivende maan de kano naar zee Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man Waarom schuiven de maan en de man getweeeÌn gedwee naar de zee?
⊠om te gaan vissen! (vrij naar Melopee van Paul Van Ostaijen)