Around the end of march 2018, we left Inle Lake by night bus to Mandalay. It was a bouncy ride and I did not get a lot of sleep so I was happy when we could check-in early and go to bed for a couple more hours of sleep. The reason for our stop in Mandalay was a visit to the U Bein bridge in closeby Amarapura, We rented a motorcycle from the hotel and were soon on our way to Amarapura.
While in Mandalay we decided to visit the Kuthodaw pagoda and the monastery of Shwe In Bin Kyaung.
In the late afternoon we took a local van to Monywa, packed with at least 12 other people, AC not always working. We arrived 4 hours later.
Our next mopedstop is the site Maha Bodhi Tataung built in 1960 and dominated by two of the world’s biggest Buddha statues.
The standing Buddha was built between 1996 and 2008. It is the world’s second tallest statue, rising 116m high. The tallest one is in China. The statue is actually hollow with a 25 story building concealed inside, each floor decorated with vivid murals of Buddha’s life.
The reclining Buddha was finished in 1991 and is 95m long. Apparently there is a plan to construct a third sitting Buddha in the hills, but we did not see any construction of that. As if we did not see enough Buddhas, we decided to take a trip with the motorcycle (30km) to the caves of Pho Win Taung.
Our heads were saturated with images of Buddha and we were ready for some lazy days at the pool! We travelled with another local van to Bagan, the main tourist attraction of Myanmar and our last stop on our journey before returning to Yangon to take the plane back to New Caledonia. We really enjoyed the 2 days at the pool of our beautiful resort hotel in Bagan (Bagan Heritage) but we still had lots of temples to visit and shopping to do in Bagan town.
From 1044 to 1287, Bagan was the capital as well as the political, economic and cultural nerve center of the Pagan Empire. Over the course of 250 years more than 10.000 temples were built from which today there are about 2000 left. The Pagan Empire collapsed in 1287 due to repeated Mongol invasions. The old capital became a pilgrimage destination and the capital was moved to Pinle.
We had 5 days to visit the temples but with the heat – 36 Celsius around noon – we were “pooped” by 3 PM and ended our visits then with a cold beer (or two). I do not recall the names of all the temples but we were amazed at the variety of the Buddha statues and the very beautiful temples. Sometimes there would be no other visitors but the famous ones were always crowded with Burmese visitors. Myanmar tourism was very low while we were there. It was the low season but on top of that tourism is suffering because of the negative press with the Rohynia. Nevertheless, we always felt very safe in Myanmar.
Stefan and I were happily surprised by Myanmar and its friendly people. I could go a second time but during the month of November or December after the rainy season when the countryside is not so dry. Our heads full of memories of places and beautiful people, our bags filled with souvenirs we were ready to go back home to Sanuk.
In Mawlamyine gingen we nog met een groepje backpackers op een dagtrip naar een nabij gelegen eiland. Dat gaf ons de gelegenheid om op korte tijd veel kleine familiebedrijfjes te bezoeken. Alhoewel we de bomma en bompa van de groep waren, hadden we toch plezier met de andere groepsleden: twee Engelsen, een Ier (onverstaanbaar), twee Duitsers en een Francaise, allemaal van in de late twintig. Het geluk lachte ons toe, want plots kwamen we voorbij een trouwfeest. Onze gids, een charmante 75jarige Burmees troonde ons mee naar binnen. We troffen een zeer onwennige trouwer aan in zijn beste pak, naast zijn vlotte en Engels sprekende echtgenote. Na een halfuurtje vertrokken we terug, elk met een meeneem pakket eten dat uitmuntend bleek te smaken.
Op het eiland bezochten we ook nog een pijpmakerij (uitstervend beroep?), een kokosmatten fabrikant, een elastiekjesfabriek, een hoedjesmaker en een leienfabrikant voor de lokale scholen.
De elastiekjes productieccylus was interessant:
rubber van rubberbomen wordt gemengd met ammoniak en een uur lang doorgeroerd.
houten palen worden in de gekleurde oplossing gedompeld en omgekeerd te drogen gezet. (Dus geen productie in het natte seizoen)
de kapoten worden van de palen gerold en op een hoop gelegd.
De rubbers worden onder een snijmes in fijne reepjes gesneden
De reepjes worden opgeraapt met een soort van stemvork om de goede van de slechte elastiekjes te scheiden. De elastiekjes worden nog eens op een grote hoop gedumpt om nog wat te drogen in de zon, vooraleer ze in zakjes gestopt worden.
De toegebrande zakjes met elastiekjes worden blijkbaar over gans Myanmar verkocht en gebruikt.
De mensen van de elastiekjesfabriek verdienen elk ongeveer 3EUR per dag,als het weer werken toelaat en aan het gekuch van de werknemers te horen is dit niet een echt gezonde bezigheid.
In Mawlamyine namen we een boot om via de rivier naar Hpa-An te varen. Een trip van 6 uur, onderbroken door een halfuurtje bezoek aan een klooster langs de rivier. Het klooster was idyllisch rustig, er waren enkele moniken en een paar devote Burmeese bezoekers. Verder was er niemand.
Op de terugweg van het klooster naar de boot kwamen we wel iets meer aktie tegen: een hanengevecht. Twee hanen met hun verzorgers (nou ja, managers) werden flink opgehitst door geblaas op hun achterwerk. (Ieder zijn ding he). Toen de hanen allebei moe waren werden ze elk in hun hoek van het canvas bijgewerkt door hun verzorger: kop gewassen, een soort van drug (suiker?) werd met water geforceerd binnengeduwd en er werd een pluimpje aan beide kanten van hun kop gestoken. Toen gingen ze weer tegen elkaar tekeer. Net toen ik wou te weten komen waar dat pluimpje goed voor was, werden we weggeroepen omdat onze boot terug ging vertrekken. Nu gaan we het geheim van de pluimpjes nooit weten..
Na een verdere tocht van 4 uur op de rivier, waarbij we kiezelbaggeraars en kanos volgeladen met grote families tegenkwamen, kwamen we aan in Hpa-An. Dit is een niet toeristisch stadje (want moeilijk bereikbaar) dat toch een paar heel leuke attrakties te bieden heeft. We bezochten twee grotten met mooie Buddha vereringen, een bedevaartsoord op de berg en we kwamen een groepje schoolkinderen tegen die een traditioneel dansje aan het instuderen waren. Vooral de beklimming van de Zwe Ga Bin berg was een ervaring: in het dal, bij de Lambini Garden, stonden 1100 bouddha in symmetrische opstelling tegen een achtergrond van de 723 meter hoge berg. We deden er twee uur over om boven te geraken (bij een temperatuur van tegen de 30 graden), namen boven een uurtje de tijd om de bouddha’s en de gelovigen in ogenschouw te nemen bij het nuttigen van een glaasje Birma thee, en keerden dan terug naar beneden langs dezelfde steile trap, maar wel een half uurtje vlugger. Een leuke ervaring waar we de dag nadien nog hebben kunnen van genieten (in de bovenbenen).