We vertrokken vanuit Bora Bora na een viertal dagen wachten op goed weer (lees: genoeg wind) om te vertrekken naar de Cooks Eilanden. Ilse had Aitutaki en Palmerston uitgekozen als twee aanlegplaatsen.
We vertrokken rond de middag, in de hoop om tegen de avond – voor zonsondergang – in Maupiti te zijn, waar we konden overnachten. Onze timing was goed, maar helaas maakten de golven het onmogelijk om in de pas van Maupiti binnen te lopen: de golven braken over de hele breedte van de pas. Op zee hadden we niet zoveel last van de golven, ze waren welliswaar 3 meter hoog, maar met een zeer lange golflengte, zodat je ze eigenlijk niet goed gewaar werd. Maar waar ze land ontmoetten wordt pas duidelijk hoeveel energie er in schuilt.
Dan maar doorgevaren, we hadden immers reeds Maupiti bezocht met Katie en Karel in het najaar van 2016. Vooral ons snorkelen met de mantaroggen was toen een hoogtepunt. Ik had gehoopt dit nu te kunnen herhalen, of zelfs te kunnen duiken met de roggen, maar het zat er niet in.
We hebben vier dagen erover gedaan om de 600 mijl van Bora Bora naar Aitutaki af te leggen. Het weer was niet echt goed: continue bewolkt, redelijk veel regen maar gelukkig geen onweersvlagen. De combinatie van golven en bootbeweging zorgden ervoor dat zowel Ilse als ik last hadden van zeeziekte. We hebben ons dan ook een aantal uur geparkeerd op zee en samen een dutje gedaan, na eerst het licht van het voordek aangestoken te hebben zodat ons zeil van ver te zien was in de donkere nacht. Na dit en ook na het nemen van een anti zeeziekte pilletje gemaakt door Johan, voelden we ons allebei beter. De rest van de reis verliep voorspoedig en tegen 5 uur kwamen we aan bij Aitutaki.
Deze pas is berucht in de stille oceaan: hij is heel smal, ondiep en lang. Enkel schepen met een diepgang tot maximum 2 meter (bij hoogtij) kunnen binnenvaren. Het getijverschil is hier tussen de 30 en 60 cm, naargelang de app die je raadpleegt. Sanuk ligt 1m20 diep, dus dat moest lukken. Het was echter laagij, het moment waarop de hele lagoon leegloopt langs de pas, en dus voor flink wat stroming zorgt. We hebben eens dicht voorbij de ingang van de pas gevaren om er zeker van te zijn dat er geen brekende golven waren, en zagen dat het er relatief rustig uitzag. Rond 8:00 zijn we dan binnen gevaren. Er stond ongeveer 5 knopen tegenstroom, dus we konden ons niet permiteren dat in de smalle pas (17 meter voor een boot van 7 meter breed) een van de twee motoren zou uitvallen wegens oververhitting. Ilse stond op de boeg om de donkerste en dus diepste plaatsen aan te duiden, haar hand op de bediening van de ankerlier om bij een kalamiteit snel het anker te laten vallen. Dat bleek echter niet nodig want we geraakten zonder kleerscheuren tot in de zwaaikom naast de haven. We smeten ons anker in 2 m diep water en spanden een touw van onze achtersteven naar een kokospalm, zodat we niet zouden ronddraaien want daarvoor was er geen plaats. Er hebben blijkbaar al ooit eens 3 boten tegelijk gelegen, maar ik vond het al best krap met alleen Sanuk.
Niet dat we ons hebben moeten zorgen maken: de 10 dagen dat we in Aitutaki waren zijn er geen nieuwe boten toegekomen. Buiten de pas, op zee lag het franse jacht Inspiration met Guillaume aan boord (zij hebben 2 m diepgang en moeten dus op zee blijven), en in de laguna naast de haven lag Cactus Island van een Australisch koppel (diepgang 45cm!) maar daar hebben we niet echt contact mee gehad.
Aitutaki dat is:
– 2000 polynesiers op een groen eiland van ongeveer 20km^2. Hoogste punt is 124 meter.
– geen enkele hond (bij wet), wat katten, varkens en geiten, en ontelbare kippen
– 10 kerken, maar geen kerkhof. De graven staan bij de mensen in de tuin of langs de kant van de weg.
– honderden fundamenten van wat eens een huis was, maar weggeblazen door de orkaan van 2010
– links rijden want hoewel onafhankelijk toch gealigneerd met Nieuw-Zeeland sinds 1965.
– wat BoraBora is voor de Europeanen, is Aitutaki voor de Nieuw-Zeelanders en Australiers: exotische resorts, prachtige natuur en heel exclusief $$$$
We kwamen de zaterdag toe, maar konden pas de maandag inchecken. In theorie moet je de hele tijd op de boot blijven en wachten tot ze tot bij ons komen, maar omdat we wisten dat het er hier nogal relax aan toeging hebben we de zondag toch een klein wandelingetje gemaakt. De maandag kwam de hygiene agent aan boord, we vulden wat papieren in, hij spoot verdelger in elke cabine en na het betalen van 16 euro konden we de gele vlag laten vieren en de Cooks eilanden vlag hijsen. Daarna bezochten we immigratie en douane. Pas bij het vertekken zal het hier duur worden: zo een 133 EUR als vertrekpremie (2 personen, 10 dagen).
Ondertussen zijn we donderdag en hebben we het hele eiland reeds afgestapt of gefietst. Het is een heel mooi eiland: nog heel veel ongerept groen, verzorgde wegen en de bewoonde delen hebben allemaal keurig onderhouden grasperken. De huizen zelf mogen er nogal rommelig uitzien, of enkel een restand van wat ooit een huis was, het gras is pico bello afgereden. Toch geeft het geheel een verzorgde indruk.
Enkele dingen die ik opmerkte:
De maandag kwam er een vrachtschip aan met containers. Omdat het echter niet in de pas kan, en ook niet kan ankeren want te diep, blijft het dag en nacht traag rondvaren voor de pas. Ondertussen is er een platbodem schuit die heen en weer pendelt tussen de haven en de vrachtboot. Ze hebben er twee dagen over gedaan om zo een stuk of 40 containers te lossen…
Het kost blijkbaar meer om een lege container terug mee te geven dan hem te houden: elk huis heeft minstens 1 container in de tuin staan, en er zijn huizen die gemaakt zijn van lege containers…
Het aanbod in de winkels is beperkt, en duur. Van europese goederen is geen sprake meer, en we herkennen de merken van Nieuw-Zeeland terug. De geldbriefjes zijn de NZ dollar, maar het kleingeld is eigen aan de Cooks Eilanden. Ze hebben hier een driehoekige munt van 2 NZD, maar er is dan ook geen enkele automaat op het eiland)
De mensen zijn heel vriendelijk, maar toch ook wat afstandelijk. Ik schat dat er zo een 1000 tal toeristen rondlopen op het eiland, blijkbaar zitten alle hotels hier goed vol.
Het is koud naar onze normen: het kwik daalt naar 23 a 28 graden, en het water is maar 22 graden niet meer! Soms lopen we rond op de boot met een lange broek aan, dat is al lang geleden. Ik heb al heimwee naar de 30 (lucht) en 26 graden (zee) van FP!
Het wordt nu een uur later donker (19:00) en klaar (7:00). We zitten nog in dezelfde uurzone, maar zijn alweer 10 graden opgeschoven naar het westen. We zitten nu op 19 graden zuid, 160 graden west.
Vanwege het wat tegenvallende weer, namelijk bewolkt en regenachtig, hebben we al wat tv-reeksen gekeken. Het vierde seizoen van ‘The Americans’ ging erdoor, en nu zien we begonnen aan The expanse. Gelukkig is het weer vandaag gekeerd. Het was zonnig en we hebben een tochtje gemaakt met Flipper op de lagoon, maar de zichtbaarheid in het water is heel slecht in de lagoon, zo een meter maar. Waarschijnlijk door de slijkerige bodem. Buiten aan de pas is het blijkbaar 100 meter, maar we gaan wachten tot in Niue om te gaan duiken.
En dat doet me meteen terugdenken aan ons vertek uit Raiatea naar BoraBora in FP: na 3 dagen gedraaid te hebben rond ons anker, had ik de avond voor ons vertrek al het vermoeden dat onze ketting wel heel kort geworden was. Waarschijnlijk rond een koraalhoofd gedraaid en dus ingekort. Inderdaad, de volgende morgen kreeg Ilse de ketting geen drie meter omhoog: muurvast. Het donkere water gaf ons geen kans om iets te weten te komen. Ik probeerde langs links te varen, langs rechts te varen, maar geen verschil, het losse eind ketting werd niet langer. Het moment om ons duikcertficaat en de duikuitrusting aan boord te laten renderen. Gelukkig had ik de duikfles in Tahiti nog laten vullen. Met enige terughoudendheid paste ik de niet gebruikte maar van excellente kwaliteit duikuitrusting aan: neopreen broekpak, veel te grote vest met BCD, duikbril, zwemvliezen, 3 kg lood. Na 10 keer controleren van de fles, het mondstuk en de vest liet ik me in het water vallen. Al drijvend tot vooraan bij de ketting, en dan langzaam langs de ketting naar beneden. Bij een diepte indicatie van 12 meter zag ik plots de bodem, en het probleem: er stond zo een blok koraal van 2 meter hoog en 1 meter diameter los op de bodem, met onze ketting eronder. Ik had genoeg gezien. Langzaam terug naar boven, tot aan het oppervlak en tot aan Ilse die gespannen stond te wachten. Een half uur later terug aan het roer en deze keer met een simpel plan: hard achteruit. Het bleek een goede strategie want de ketting kwam van onder de blok en onze problemen waren opgelost. Tien minuten later waren we op weg naar Bora Bora. Toch leuk als je een boot koopt met alles erop en eraan.
We zijn gisterenavond hiet in Aitutaki naar een dans voorstelling geweest, iets wat we ook op Tahiti hebben gedaan met Emma en Seba, en in Moorea met Katie en Karel. Een hotel geeft een buffet met lokale gerechten en daarna wordt er door de lokale dansgroep een voorstelling gegeven. Het was een groot half uurtje wandelen en het was reeds pikkedonker toen we daar om 19:00 uur toekwamen. Langs de asfaltweg hebben we nog een graf gezien waarop kerstlichtjes een altijd veranderende lichtschow gaven (maar geen muziek). De prijs viel reuze mee: 40 EUR per persoon, wat een fraktie was van de FP prijzen. Maar het buffet was dan ook niet zo imposant: het varkentje werd niet uit een kookput in de grond opgegraven, maar in een kookpot opgediend. Het was er niet minder lekker om. Ik onthou de lokale versie van zurkel (taro), de rauwe vis (poisson cru), het krokante varkensvel, de kokosijscreme en de bananencake. En de Nieuw-zeelandse cider, dat was ook alweer eventjes geleden. Na het eten begon het optreden, met voor mij het immer impressionante tamtam geroffel en opzwepende gezang. Op een zengend ritme oscilleerden de heupen van de meisjes (het bovenlichaan doodstil), stampten de benen van de jongens in het rond, en waren de gezangen niet uit de lucht. We kregen ook een vuurballet te zien: onstellend snel vlogen de vuurballen door de lucht, kundig net het lichaam missend. Zoiets moet kapitein Bligh (die van de Bounty) ook voorgeschoteld gekregen hebben toen hij het eiland in 1782 ontdekte. En ik denk dat menige matroos hetzelfde als ik zal gedacht hebben: hoe kom ik heelhuids voorbij die krijgers tot bij die meisjes…
Enfin, het is ondertussen terug ochtend, de passie heeft plaatsgemaakt voor ons dagelijks ochtendtafereel: aan de kant, 10 meter van onze ontbijttafel, zijn gewoontegetrouw de witte en de zwarte reiger op zoek naar een hapje om de eerste honger te stillen.
heel leuk maar spannend verhaal alweer. Wat een avontuur! blijf genieten en wij genieten mee vanop afstand. Mieke