Vandaag zijn we vertrokken vanuit Balbao Yacht Club naar het dichtste eiland bij Panama stad, Taboga. Eerst hebben we de tanken vol gegooid, 318 liter diesel aan 0.423 EUR / liter. Zo goedkoop zal het wel nergens meer worden zeker? Daarna hebben we op motor een viertal uurtjes geslalomd tussen de grote schepen die voor anker lagen, tot we voor het dorp een mooi ankerplaatsje vonden.
De volgende dag hebben we het eiland wat verkend. Het is een heel toeristisch dorpje in het weekend, maar in de week (het is dinsdag) is het rustig. Het heeft het tweede oudste kerkje van het westelijk halfrond, Iglesia San Pedro (1550), waar er drie mensen luidop aan het bidden waren, een voorbidder, en twee antwoorders. Doet me denken aan het lopen thuis, alleen kwam het er meestal niet van, maar met drie wordt het leuk.
We hebben ook de wandeltocht gemaakt naar de tres cruces (drie kruisen) bovenop de top. Ik had me er reusachtige kruisen bij voorgesteld, maar ik kwam bedrogen uit, ze kwamen nog niet tot aan MIJN kruis. Ilse heeft ze zelfs vergeten te fotograferen. Enfin, bovenop de berg (370m) was er nog een gouden zicht (mirador) vanop een oude bunker. Net op tijd voor het vallen van de avond hadden we nog uitzicht op het eiland, de ankerplaats, de vele schepen en zelfs Panama City in de verte.
Op de terugtocht hebben we zelfs onze eerste wilde schorpioen gezien, het zag er een lief dingetje uit, maar was weg voor Ilse hem kon schieten (met de camera).
Op het eiland was er ook nog de ruïnes van een oud sanitorium, dat aangelegd was door de fransen bij hun poging om het kanaal te graven in 1880. Dit hebben we helaas niet gevonden, want het was ver weg en het werd reeds donker. Wist je trouwens dat er 25000 mensen gestorven zijn aan ziekte en werkongevallen bij dit gefaalde project? Vooral malaria en de gele koorts zorgden ervoor dat in het regenseizoen de mensen stierven bij bosjes. (En er zijn veel bosjes in Panama).
Nog even vermelden dat we nog nooit zoveel grijze pelikanen en zeevogels hebben gezien als op en rond dit eiland.