Het nam een volle dag varen in beslag om van Tintipan weg te varen, slalommend tussen de riffen, tot we aan Isla Fuerte kwamen. Dit ligt zuidelijker dan Tinitpan, en was ons laatste eiland aan de oostelijke kant van de Colombiaanse Caraibische zee. Hierna steken we de baai over om naar de kant van Colombië te varen die aan de stille oceaan grenst.
Het was een uur voor zonsondergang toen we ons anker neer lieten op de enige veilige ankerplaats van het eiland. Gelukkig hadden we een wegbeschrijving op het internet gevonden die ons er naartoe leidde, tussen de riffen (de wegbeschrijving op zee is d.m.v opeenvolgende gps-coordinaten)
We hadden net ons ritueel van ankeren achter de rug (anker neer, alles wegleggen, tasje thee drinken terwijl we kijken of we blijven liggen), toen er een motorboot met 4 personen aan boord nieuwsgierig kwam kijken. Toen we zeiden dat we van Belgie waren, viel dit blijkbaar in goede aarde, want de bootsman kende een zeer goede Belgisch kok in Medellin. We werden uitgenodigd om een uurtje later een aperitief te komen drinken, met de cryptische mededeling dat ze veel eten hadden.
Onze gastheer en -vrouw bleken een Amerikaan (Russ) en een Colombiaanse (Patricia) te zijn, die nog 2 amerikaanse gasten hadden. Ze verbleven de laatste dagen in hun vakantiehuis op het eiland, voor ze terug vertrokken naar hun huis in Connecticut, Amerika. En oh ja, ze hadden nog een (kast van een) huis in Medellin. We verbleven slechts een maand per jaar in het huis, de rest van de tijd werd het huis onderhouden door een eilandfamilie die een verblijf had in de tuin. Het huis lag aan de baai, met een prachtig uitzicht over de zee en het eiland.
We hebben daar s’avonds lekker gedronken en gegeten, en gedronken… Russ had een karton Italiaanse Amaretto Gozio staan (hij kocht alle drank in bulk …) en we hebben er daar twee van soldaat gemaakt. Enfin, het moet goed spul geweest zijn, want de volgende morgen heb ik er niets van last van gehad. (we hebben niet allemaal dat geluk he, emmerken). Ze waren wel effkens bezorgd toen ze in ons in het donker met onze flipper zagen verdwijnen, op zoek naar Sanuk. Er kon weer adem gehaald worden toen de lichten aangingen op de boot…
De volgende morgen waren we terug gevraagd voor ontbijt en een rondleiding op het eiland. Na pancakes, spek en Arepo (Colombiaanse ontbijtkoek) waren we klaar om door het dorp naar de andere kant van het eiland te trekken, waar een blauwe vlakke zee ons afkoelde van de stekende zon.
Op de lokale kermis heb ik nog eens mijn kunsten getoond in het schietkraam, en als prijs kon ik zo een pluchen ezeltje kiezen. We hadden het bijna mee naar de boot, maar het nam te veel plaats in…
Enfin, we hebben genoten van ons verblijf op het eiland, en van onze royale hosten. Ik ril wel een beetje bij de gedachte dat we beloofd hebben als ze ooit in Belgie zijn, hen rond te leiden. Ik denk dat we er niet van onderuit zullen kunnen om hen in den hof van Cleve rond te leiden… aan de andere kant is de kans reëel dat ze ons tracteren…
Onze laatste avond op het eiland was meteen ook het einde van een vakantieperiode voor Russ en Patricia. Na een maand op het eiland gingen ze terug naar hun huis in Connecticut.
Bezijden ons, waren er nog een twintigtal andere gasten uitgenodigd die avond. Deze waren bezig om een huis op het eiland om te bouwen naar een jeugdhuis. Ze waren van alle nationaliteiten, en hadden ook nog een jeugdhuis waar we voorbij gevaren waren bij het Titipan eiland. Ik denk dat ze een goede neus voor zaken hebben, want ik zie een mooie toeristische toekomst voor het eiland. Het is mooi, rustig, met vriendelijke mensen. Het enige pijnpunt is het gaan en komen. Nu verloopt dat via een motorboot (30 minuten) gevolgd door een 4×4 rit van 3 uur op het vasteland. Tja, ze hebben niet allemaal een zeilboot he. Daartegenover staat dat ze er serieus over nadachten om een watervliegtuig aan te kopen, die dit pijnpunt elegant zou oplossen.
Als je op zoek bent naar een vakantieplaats waar er niets anders is dan genieten, dan moet je deze bestemming zeker natrekken. (Kost per nacht in een eilandhotel is ongeveer 40 EUR/dag, volpension inbegrepen…)
Goed, we waren dus afscheid aan het nemen van Russ en Patricia, toen ze ons meenamen naar de provisiekast. Vermits ze de volgende morgen vertrokken voor een jaar, wensten ze ons alle eten mee te geven die niet achterbleef voor de lokale opzichterfamilie. We vertrokken met twee volle plastiek vuilniszakken naar onze boot. Nu, een maand later, eten we nog regelmatig iets dat we van onze milde weldoeners mochten krijgen: pancake mix, boter, blikken, siroop, eieren, … en we toasten dan op hun gezondheid.
Ilse en ik hebben nog een dagje op het eiland gebleven, en begonnen dan ’s avonds aan onze oversteek naar de westkant van de Colombiaanse golf. We rekenden op een 16 uren varen, om rond 9 uur toe te komen in onze nieuwe bestemming, Sapzurro, Colombia.