Terugreis van Belgie naar Florida
- Van Belgie naar Miami via een stop in Orlando: in Orlando moet iedereen van boord, wordt de bagage uitgeladen en moet deze door de douane. Elke persoon moet door immigratie, dan zijn bagage terug afgeven, en dan terug door de TSA controle (schoenen uit, meneer) en op het vliegtuig. Bij het verlaten van het vliegtuig in Miami moesten we onze boarding pass en paspoort tonen vooraleer we van het vliegtuig mochten. Ooit was vliegen leuk…
- Aloft hotel, maar bijna alle Amerikaanse hotels zijn gelijk: waarom heeft een tweepersoonskamer met een grote badkamer toch maar 1 lavabo?
- We gingen iets klein eten, in een Argentijns restaurant aanbevolen door Tripit. We kregen aan tafel uitleg door een spaans sprekende ober, en we verstonden er niets van. We kregen een bordje met aan één kant “Go” en aan de andere kant “Stop”. Onze drankjes (2 maal cola) werden snel gebracht en daarna zaten we daar te wachten op de kaart. En maar wachten. De obers keken ons onderzoekend aan, en tenslotte kwam er een naar ons toe om te zeggen dat we het buffet mochten aanvallen. Bleek dat we in een all-you-can-eat resto zaten voor 30$ per persoon. Misverstand gracieus opgelost door de baas, en wij terug weg. Op zoek naar de kleine hap die we dan gelukkig snel gevonden hadden.
Van Florida naar Baranquilla
We mochten elk 1 carry on van max 10kg en 1 valies van 23 kg inchecken. Maar hoe gaat dat met cruisers hé, onze carry-on wogen 13 en 15 kg, onze (te grote) doos woog er 27, en onze valies 30 kg. Gelukkig waren we zeer ruim op tijd en stond er niemand te wachten achter ons. De check in persoon was een engel, hij gebaarde dat hij geen weegschaal kon lezen en checkte ons zonder problemen in. Dank u Avianca!
Wat er allemaal in de valies zat vraag je? Twee identieke waterpompen, een dieselpomp, 6l wijn, 3l bier, nieuwe sandalen (Mijn Teva’s zitten er ver door na 6 maanden), een crimptang, twee nieuwe Luci’s (dit ter vervanging van onze vorige Luci die in Curaçao verdronken is), een paar zware boot-zink anodes, en nog wat kleren gedoe. Ook een super bluetooth hoofdtelefoon voor geen geld van Inatech (zeer aanbevolen want doet alles wat ervan verwacht wordt)
In Baranquilla hebben ze een speciale taxi moeten laten aanrukken waar de doos in kon. En ik kreeg de doos enkel in de bus naar Santa Marta nadat ik hem 5 cm minder hoog had gemaakt… In Santa Marta is de doos met koord achterop de taxi koffer gebonden, de enige methode om hem mee te krijgen. Maar de doos is dus wel op onze Sanuk geraakt, met alles erin intakt.
Home sweet Home
Het eerste wat we gedaan hebben is de boot gekuist. Hij zag er potzwart uit. Deksels koolstof.
Het tweede wat ik gedaan heb was een bijna doorgeschuurd meertouw vervangen. Door de ruwe kikkers op de kade, waren twee van de drie strengen doorgeschuurd onder de constante stress van de wind. Ook een rubberen anti shock waarrond een meertouw zit was gewoon in meerdere stukken gebroken. Het moet serieus gewaaid hebben bij tante Marta.
Anders had onze Sanuk het best aardig gedaan, ondanks het laagje zwart stof op de zonnepanelen waren de batterijen mooi opgeladen gebleven.
Ik heb meteen een van projecten aangepakt die reeds lang op mijn lijstje stond, maar bij gebrek aan pomp niet kon worden uitgevoerd: de koelwater aanvoer van de generator laten werken via een electrische pomp die wordt aangedreven door dezelfde generator. Dit ter vervanging van de mechanische waterpomp van de generator, die een impeller-vreter bleek te zijn. (De tweede identieke pomp is een reserve). Zonder veel in detail te gaan wordt het koelwater nu zonder problemen hoog genoeg gepompt door een onverslijtbare magnetische impeller, terwijl de generator waterpomp nu draait zonder impeller erin.
Terzijde: in Colombia mag je wel niet met gesloten ogen op het voetpad rondlopen
Trip naar Bogota
Bogota is een reuzenstad: 8 miljoen inwoners op een totaal van 45 miljoen colombianen. De stad ligt op 2600 m hoogte, dus in het begin trapten we wel eens op onze adem. Er lopen veel zeer brede autostrades door de stad, op meerdere niveau’s. De stad zelf ontgoochelde toch enigzins: nogal grauw en krotterig, op enkele zeer mooie museums na. Wij zaten in een mooi hotel voor een zeer goedkope prijs (35EUR/nacht), en reden met het openbaar vervoer naar het centrum dat 6 km verwijderd lag. Na de eerste dag wat gesukkeld te hebben, omdat we geen kaart konden bemachtigen van het netwerk, zijn we er dan toch redelijk bedreven in geworden dank zij de off-line apps die ons de overstappen toonde.
De Transmilenio is zeer indrukwekkend. Er zijn steeds twee rijstroken gereserveerd voor bussen, en in het midden van de autostrade staan om de 500 meter verhoogde stations. De bussen stoppen zodanig dat de glazen schuifdeuren van de stations opengaan met de deuren van de bus. Terwijl de auto’s staan aan te schuiven op hun drie rijstroken, vliegen de talrijke bussen over hun prive autobahn van station naar station. Het veranderen of kruisen van richtingen gebeurt in de lucht, via speciaal aangelegde bruggen of rotondes. Tijdens het spitsuur zijn er zodanig veel bussen in roulatie dat de twee bus rijstroken soms ook vol staan. We hebben nooit meer dan 4 minuten op een bus moeten wachten, maar deze zaten soms echt wel propvol.
Het goudmuseum van Bogota was ons derde reeds, na dat van Santa Marta en Cartagena. De inhoud was terug zeer indrukwekkend en betoverend mooi. Ook het museum van Botero stond hoog op ons verlanglijstje en stelde niet teleur. We voelen ons duidelijk slank bij het bekijken van zijn gewichtige taferelen.
Ook de persoonlijke collectie van Botero hangt in het (gratis) museum en bestaat uit vele klasse werken, een aanrader.
We hebben nog een zij-uitstap gemaakt naar de kathedraal van het zout. Eigenlijk is het de kathedraal van het anti-zout, want ze is volledig uitgegraven in een oude zoutmijn. Zo een 200 meter onder de grond, beschermd tegen alle vijandige stralingen, kan je je volledig laten opgaan in vrome gedachten. Of, zoals wij, rondslenteren tussen de grillig getekende zoutwanden (die trouwens zo hard als graniet zijn), een 3D zoutfilmpje meepikken of een flets klank en lichtspel bijwonen. Het dorpje waar het omhulsel van de kathedraal staat heet Zipaquira en was best leuk. Met de lokale bus keerden we terug naar Bogota, want de volgende dag trokken we verder.
Met de bus naar Pereira
Vroeg uit de veren om de bus te nemen naar Pereira, een van de 5 Colombiaanse koffiestreken. Ondanks de 330km korte afstand zullen we er toch 8,5 uur over doen vooraleer we bij ons volgende hotel staan, want het is een drukke bochtige weg met veel vrachtverkeer. Onderweg kregen we stukken van de nieuwe viaducten te zien die in de toekomst de gemiddelde snelheid moeten opkrikken, maar tot nu is het behelpen met een tweevaks baan. Bij klimmen of dalen is de maximum snelheid 30km/uur en dat is nodig ook, want de chauffeurs draaien er hun hand niet voor om om over een dubbele witte lijn in te halen, er af en toe een blinde bocht bijnemend. Dus moet je op elk moment kunnen stoppen. Dat laatste wordt bij haarspeldbochten ook aangegeven door kinderen, die tonen wanneer een reeks vrachtwagens uit de tegengestelde richting op jouw rijvak de haarspeldbocht aansnijdt. (Dat houdt de auto’s achter de vrachtwagens niet tegen om deze rechts in te halen in de haarspeldbocht). Dus best wel spannend zo een busrit.
In Pereira hebben we een leuke dag beleefd: ’s morgens een mtb tocht in het natuurpark van fauna en flora van de rivier Otun, en in de namiddag een bezoek aan een koffieplantage. In het park hoorden we eerst de Colombian red howler monkey, deze maken een soort geluid alsof er een wind door een nauwe stenen kloof giert, en bij het afdalen van de bosweg reden we ze haast overhoop, want ze staken de weg over van de rivier naar het bos. Aan de reaktie van onze gids te oordelen was dit een niet alledaagse gebeurtenis, en hebben we ze nog een tijdje gadegeslagen toen ze in de boomkruinen aan het fourageren waren.
In de namiddag hebben we het verhaal van de koffie geleerd, van boon aan de boom tot gedroogde perkamenten boon, van ontbolsterde kern tot een bruin of zwartgebrande boon die dan kan vermalen worden. Twee uiterst sympatieke plantagisten deden hun best om al mijn vragen te beantwoorden, en op het einde deden we kaffeeklatsch met brownies. Allemaal zeer interessant, en voor de kwissers onder jullie nog een tip: de Finnen drinken het meeste koffie van iedereen op de wereld, gemiddeld een 2,6-tal kopjes per dag. (Belgen drinken gemiddeld 1,3 kopjes per dag, daarmee de 9de plaats innemend)
Terzijde, de koffieboom ziet eruit als een klein mager boompje, met veel lange takken die grotendeels naakt zijn, op de rode bessen na. Dit deed me sterk denken aan onze hulst haag bij ons ex-huis in Destelbergen. Hopelijk ziet ze er nu al wat minder koffieboom achtig uit.
Ons verblijf was een echte aanrader: tegen de bergwand aan, uitkijkend op de stad Pereira in de vallei, tussen de vogeltjes en met een zwembad.
Uitsmijter: waarom hebben Colombianen nooit wisselgeld?
Net een taxi terug genomen met onze boodschappen om een paar maand voort te kunnen. Het was 6000 COP (2EUR), en ik gaf de chauffeur 20000 COP. Sorry, ik kan niet teruggeven zegt hij. Dus ik naar het marinawinkeltje vlug een cola kopen. Ai, ik kan niet teruggeven op 20000 zegt de bediende. Dus leent ze me een biljetje van 10000 COP, waarmee ik de taxi betaal, en nu schraapt ze al haar kleingeld bij elkaar en geeft me 6000COP terug op mijn briefje van 20000COP. Ik heb dit al verschillende malen meegemaakt, je hebt maar best gepast wisselgeld bij je in Colombia….